eerd en beleefd.11 In dit artikel wordt met eenzelfde soort benadering gewerkt. Hoewel de waarde van essentialistische concepties van professionalisering in het midden gelaten wordt, wordt er wel vanuit gegaan dat professionalisering, als so ciaal construct en als onderdeel van de belevingswereld, op bepaalde plekken en in bepaalde tijden, bestaan heeft en zelfs een grote invloed heeft gehad. Opvallend is dat de traditionele opvatting over professionalisering vaak is op getekend door historici die zich bezighouden met universitaire disciplines of in dividuele academici. Zij gebruiken professionalisering als een van de schakels in hun scheppingsverhaal van de moderne universiteit.12 Dit leidt mogelijk tot een tunnelvisie, omdat professionalisering op deze manier uitsluitend wordt bekeken vanuit het perspectief van de 'professional. Daarom is het interessant om het per spectief te de-centreren door professionalisering te bekijken vanuit een 'amateu ristische' invalshoek, in dit geval het genootschapsleven van de negentiende- en vroeg twintigste eeuw. Interessante vragen zijn daarbij: hoeveel kennisautoriteit had de niet-academische wetenschapsbeoefenaar? Of: hoe ervoer hij of zij zijn of haar verhouding met universitaire kennis? Het beantwoorden van dit soort vragen is zowel van belang in de geschiedschrijving over wetenschappelijke ge nootschappen, als in de geschiedschrijving van het maatschappelijk functioneren van universiteiten. Dit artikel begint met beschrijvingen van de levensweg van drie leden van het Zeeuws Genootschap, namelijk jurist en historicus Samuel de Wind (1799-1859), arts en 'wetenschappelijke duizendpoot' Johannes Cornelis de Man (1818-1909) en amateur-malacoloog Cornelis Brakman (1879-1955). Deze drie figuren komen uit verschillende tijdperken, met ieder, zoals uit mijn analyse zal blijken, een ver schillende sociale en epistemische stratificatie (gelaagdheid). De drie casussen worden los van elkaar behandeld. Daarbij fungeren epistemische en meer alge mene sociale stratificatie telkens als terugkerend thema. Aan het eind van het artikel worden de casussen vergeleken om daarmee tot een overkoepelende analyse te komen. Daarbij wordt, in navolging van Dorothee Sturkenboom en het artikel van Huib Zuidervaart in deze bundel, gebruikge- 396 Genootschapsleden, Epistemische hiërarchie en professionalisering 11 A. Desmond, Redefining the X Axis: 'Professionals, 'Amateurs, and the Making of Mid-Vic torian Biology - A Progress Report. In: Journal of the History of Biology, nr. 34.1, 2001, 3-50; Lucier, The Professional and the Scientist, 702. 12 Zie bijvoorbeeld C. Wellmon, Organizing Enlightenment: Information Overload and the Inven tion of the Modern Research University. Baltimore, 2016, 17, of D.A. Wright, The Professionali- zation of History in English Canada. Toronto, 2005, 3.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 398