Casus 1: Samuel de Wind
Samuel de Wind (1793-1859) was jurist, historicus en lid van het Zeeuws Genoot
schap. De hier geschetste biografie is voornamelijk gebaseerd op een 'levens
schets' die na De Winds dood werd geschreven door Klaas Rutger Pekelharing,
destijds predikant bij de Doopsgezinde Gemeente in Middelburg. Deze necrolo
gie werd gepubliceerd in de jaarlijkse Handelingen van de Maatschappij der Ne-
derlandsche Letterkunde van i860.16 Een tweede bron is het artikel over De Wind
in F. Nagtglas' Levensberichten van Zeeuwen}7 In wat volgt wordt betoogd dat De
Wind het best kan worden begrepen in de context van een maatschappelijke om
slag, namelijk die van standenmaatschappij naar post-standenmaatschappij. Deze
omslag ging gepaard met een toename in 'epistemische mobiliteit, dat wil zeggen:
een minder rigide epistemische hiërarchie. Aan de hand van secundaire literatuur
wordt deze omslag beschreven. Ondertussen wordt getoond hoe de familiege
schiedenis van het geslacht De Wind, en de levensweg van Samuel de Wind zelf,
deze omslag weerspiegelt.
De Wind was afkomstig uit een geslacht dat al generaties lang voornamelijk
medici voortbracht.18 Zo was De Winds vader, Paulus de Wind (1767-1797), in de
woorden van Pekelharing 'praktiserend geneesheer'. Om vast te stellen wat Pekel
haring hiermee heeft bedoeld, is het van belang de organisatie van de Neder
landse geneeskunde in de tweede helft van de achttiende eeuw in ogenschouw te
nemen. Er bestond toen nog een onderscheid tussen de chirurgijn of heelmeester,
die zich met de uitwendige geneeskunde bezighield, en de arts (ook wel 'medici-
nae doctor'), die de inwendige geneeskunde beoefende. De chirurgijns waren tot
1798 nog in gilden georganiseerd. Deze gilden hielden toezicht op de chirurgijns
opleiding en de uitoefening van het chirurgijnsberoep. Artsen moesten alvorens
hun beroep te mogen uitoefenen de Latijnse school doorlopen, en vervolgens
promoveren in de geneeskunde aan een van de universiteiten.19 Paulus de Wind
doorliep een vooropleiding aan de Middelburgsche Latijnsche School (1779-1783),
398
Genootschapsleden, Epistemische hiërarchie en professionalisering
16 K.P. Pekelharing, Levensschets van Mr. S. de Wind. In: Handelingen der jaarlijksche algemeene
vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, gehouden aldaar
den 21 Junij i860, in het gebouw der Maatschappij 'tot Nut van 't Algemeen. Leiden, 1860, 242
262; F. J. van den Branden, J.G. Frederiks. Biografisch woordenboek der Noord- en Zuidneder-
landsche letterkunde. Amsterdam, 1888-1891: 599.
17 F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen. Middelburg, 1893, 981-983.
18 P.C. Molhuysen, P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Leiden, 1911
1937,1138-1139.
19 J.Z.S. Pel, Chirurgijns, doctoren, heelmeesters en artsen op het eiland Walcheren 1700-2000.
Middelburg, 2006, 9-10.