opleving van sociale mobiliteit impliceert, kan men de behoefte aan een brede re geleerdheid onder de elite begrijpen als een soort reactionair fenomeen: een strategie ter behoud van de elitaire positie, nu niet meer door rijkdom en be zit, maar door vaardigheden en verdiensten. Ook kan men de toegenomen ge leerdheid in een internationale culturele context plaatsen, namelijk een waarin het Bildungs-ideaal in opkomst was. Pekelharing karakteriseert De Wind dan ook als 'gebildet'.33 Het moge in elk geval duidelijk zijn dat er in De Winds tijd een post-standenmaatschappij aan het ontstaan was waarin inhoudelijke kennispres taties steeds belangrijker werden. De epistemische hiërarchie werd dan ook flexibeler. Dit kan ook weer met een voorbeeld uit het leven van De Wind worden geïllustreerd, te weten wat de be roepscategorie 'geschiedschrijver' voor hem betekent. Aan dit definitievraagstuk wijdt De Wind in het voorwoord van zijn Bibliotheek der Nederlandsche geschied schrijvers enkele beschouwingen. De Wind wil namelijk een systematisch over zicht geven van Nederlandse historici, maar moet die categorie daarvoor eerst afbakenen. Zijn antwoord op dit vraagstuk zegt veel over wat er nodig was om historicus te worden in zijn tijd, en dus over hoe elastisch de epistemische hiërar chie was. De Wind noemt geen sociale of institutionele voorwaarden, maar heeft een zeer praktische invalshoek: als je maar over de geschiedenis hebt gepubli ceerd, ben je geschiedschrijver.34 Hieruit blijkt dat er nog geen onderscheid werd gemaakt tussen amateurhistorici en professionele historici. De Wind huwde in 1821 met zijn nicht Cornelia Dobbelaer de Wind. Hoewel haar geboorte- en sterfdatum niet te achterhalen zijn, is het wel duidelijk dat zij eerder dan De Wind is overleden en dat De Wind en zij samen twee dochters hadden, waarvan er één overleden is in 1855. Net zoals bij zijn vader, valt Samu els neef-nichthuwelijk mogelijk uit te leggen als een vorm van huwelijkspolitiek, hetgeen goed zou aansluiten bij het profiel van de strategic elite. Door met een bloedverwant te trouwen draagt men immers niet bij aan sociale mobiliteit via het huwelijk. Omdat neef-nichthuwelijken vrij veel voorkwamen is het echter on mogelijk om hierover iets met zekerheid te zeggen. 35 Na een kort ziekbed over leed De Wind op 19 augustus 1859 in Middelburg. Douwe Schipper 403 33 Pekelharing, Levensschets van Mr. S. de Wind, 257. 34 De Wind, Bibliotheek, XV. 35 D. Haks. Huwelijk en gezin in Holland in de 17de en 18de eeuw. Utrecht, 1985, 39-42.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 405