Casus 2: Johannes Cornelis de Man Johannes Cornelis de Man (1818-1909) was Genootschapslid en geneeskundige. Daarnaast schreef hij over allerlei onderwerpen die niet direct met zijn vak te maken hadden. Over het leven van De Man is vlak na zijn overlijden betrekkelijk veel geschreven. Wat volgt is voornamelijk gebaseerd op de zeer gedetailleerde necrologie van W. Polman Kruseman, Ter herinnering aan dr. J.C. de Man, en de korte biografie van Dirk Schoute, Het wetenschappelijk leven van dr. J. C. de Man, evenals enkele meer recente bronnen.36 Met deze bronnen wordt gepoogd aan te tonen dat er tijdens De Mans werkzame leven sprake is van een overgangsfase op sociaal en epistemisch gebied. Enerzijds was de sociale mobiliteit enigszins toege nomen, waardoor mensen die aanvankelijk niet tot de elite behoorden door hun verdiensten enig epistemisch aanzien konden verwerven. Anderzijds ontstond er een neiging om kennisgerelateerde beroepen te institutionaliseren, wat de episte- mische hiërarchie juist weer versterkte. De Man werd geboren op 20 september 1818. Evenals De Winds vader wordt De Mans vader, Johannes de Man (1783-1856), door zijn biograaf omschreven als 'praktiserend geneesheer.37 In dit geval wordt daarmee echter geen arts, maar een chirurgijn of heelmeester bedoeld. Dit blijkt uit Johannes' louter praktische opleiding, die hij aanvankelijk in Middelburg, en later in Amsterdam genoot. Het benodigde chirurgijnsexamen legt hij in 1808 af in Middelburg.38 De Man be schrijft zijn vader als 'van geboorte een burgerjongen' en als 'eenvoudig van aard en zeer werkzaam.39 Johannes weet na het behalen van zijn examen een goedlo pende praktijk in Middelburg te vestigen. Uiteindelijk wordt hij ook benoemd tot lid (1814) en later secretaris (1818) van de Provinciale Geneeskundige Commissie. Dat deze benoeming 'groote verbazing' opwekte suggereert dat Johannes, als sim pele chirurgijn, van lagere komaf was dan onder leden gebruikelijk was.40 Tegelij kertijd bevestigt de benoeming de eerder aangehaalde stelling van Frijhoff dat de doktorenstand en de chirurgijnstand langzaam in elkaar opgingen, waardoor een 40 Ibidem. 404 Genootschapsleden, Epistemische hiërarchie en professionalisering 36 Encyclopedie van Zeeland, vol. 2. Middelburg, 1982, 280-281; E.S. Houwaart, De hygiënisten. Artsen, staat volksgezondheid in Nederland 1840-1890. Groningen, 1991; W. Polman Kruse man, Ter herinnering aan dr. J.C. de Man. Middelburg, 1910; D. Schoute. Het wetenschappelijk leven van dr. J.C. de Man. Middelburg, 1915; D. Schipper, Challenging Derivative Explanations of Scientific Racism: the Case of Dr. J.C. de Man. In: Studium, nr. 10.1, 2017, 1-17. 37 Polman Kruseman, Ter herinnering aan dr. J.C. de Man, 1. 38 Pel, Chirurgijns, doctoren, heelmeesters en artsen, 200. 39 J.C. de Man, De geneeskundige school te Middelburg: hare lectoren en leerlingen, 1825-1866. Middelburg, 1902, 24-25.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 406