logen. Dit blijkt wel uit de correspondentie tussen Brakman en medeconservator Van der Feen. De laatste had het gymnasium doorlopen en had vervolgens zijn doctoraaldiploma in de biologie behaald aan de Universiteit Utrecht. Bovendien was hij gehuwd met dr. Woutera Sophie Suzanna van der Feen-van Benthem Jut ting (1899-1991), een professioneel biologe en malacologe die werkzaam was aan het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam.71 Op basis van deze biografische gegevens kan gerust worden aangenomen dat er een standsverschil bestond tussen Brakman en Van der Feen. Beeftink laat mooi zien hoe dit stands verschil zich manifesteert in de nederige manier waarop Brakman zich jegens Van der Feen opstelt.72 Een overgenomen citaat ter illustratie: Brakman bleef tot aan zijn overlijden in Nieuw- en Sint Joosland wonen. Hij trouwde in 1902 met Johanna Adriana Reijnoudt. Het echtpaar kreeg tussen 1903 en 1916 vijf kinderen. Brakman overleed op 6 maart 1955 in zijn woonplaats. Analyse: Bourdieusaans kapitaal en veranderingen binnen de epistemische hiërarchie Er kan nu een poging worden gedaan om de hierboven behandelde casestudies te interpreteren in de context van Bourdieu's concept kapitaal. Het lijkt erop dat het belang van de combinatie van economisch en sociaal kapitaal, zoals dat zich had gemanifesteerd in de voorgaande standenmaatschappij, tegen het eind van de achttiende eeuw is afgenomen. In plaats daarvan werd cultureel kapitaal in de belichaamde staat langzaamaan doorslaggevend. In tegenstelling tot het lidmaat schap van een bepaalde stand, dat afhankelijk is van afkomst, kan belichaamd cul tureel kapitaal worden verworven. Daarom gaat deze transitie tevens gepaard met een toename van sociale en epistemische mobiliteit. We zien dit alles, ten eerste, terug in het leven van De Mans vader Johannes, die van simpele komaf is, maar Douwe Schipper 415 Dat ik U er toch mee lastig val, is in de hoop, dat een of andere waarneming op mijn fietstochten U zou kunnen interesseren; in de hoop U daarmee te toonen, dat ik U dankbaar ben voor de mooie boeken en andere hulp, die ik van U mocht ontvangen. Andere pretenties heb ik niet.73 71 Kluiver, Jaarverslag, x; PJ. van der Feen, Dr. W.S.S. van Benthem Jutting. In: Hydrobiologia, nr. 28.2, 1966, 309-317. 72 Beeftink, Cornelis Brakman, 148. 73 ZA, KZGW, inv.nr. 399.3, brief van 6-2-1930.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 417