La doctrine de la société zélandaise beambte was en iets van zijn historische belangstelling op zijn zoon zal hebben overgedragen, gegrepen zijn door de overtuiging dat op dat verhoudingsgewijs nog jonge veld van de wetenschapsgeschiedenis veel spannender zaken uit te zoe ken waren dan op het overbekende terrein van de wiskunde en haar toepassingen op mechanica of fysica. De wetenschapsgeschiedenis in Nederland was bepaald geen gevestigde tak van historische wetenschap.5 Het was vooral een bezigheid van natuurweten schappers, vaak op leeftijd, die geïnteresseerd waren in de voorgeschiedenis van hun eigen vak - de geneeskunde, de wiskunde, de fysica of de scheikunde. Aan de universiteiten werd het vak niet gegeven en er waren geen verenigingen op dit terrein die de verspreide beoefenaars van de wetenschapsgeschiedenis een zekere identiteit zouden kunnen verschaffen. De Vereeniging voor Geschiedenis der Genees-, Natuur- en Wiskunde (het latere Gewina) zou pas in 1913 opgericht worden. Discussies over de beste manier waarop de wetenschap van het verleden bestudeerd kon worden werden in Nederland niet gevoerd, daarvoor moest men zijn in de buitenlandse tijdschriften. Wel was de belangstelling bij het geletterde publiek voor het verleden van vooral de vaderlandse wetenschap erg groot. Het cultureel nationalisme dat in de tweede helft van de negentiende eeuw opkwam, omvatte mede de verheerlijking van Nederlandse bijdragen aan het gebouw van de wetenschap, want ook op wetenschappelijk terrein was de eer van de natie in het geding.6 De Waard was vooral geboeid door het nog steeds onopgeloste probleem van de uitvinding van de telescoop. De meeste auteurs die de uitvinding van de tele scoop of verrekijker ter sprake brachten, waren ervan overtuigd dat deze uitvin ding in het begin van de zeventiende eeuw in de Nederlanden was gedaan, en wel in het bijzonder in de stad Middelburg. Het was weliswaar de Italiaanse natuuron derzoeker Galileo Galileï geweest die in 1610 furore had gemaakt met een publi- 422 5 De geschiedenis van de wetenschapsgeschiedenis in Nederland is het thema van een dub belnummer van het tijdschrift Studium, dat uitkwam ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Genootschap 'Gewina': D. Baneke, A. Fintelman en H. Zuidervaart, red., Won deren zijn verricht door de geestdrift van de stichters. Impressies van een eeuw wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis in de Lage Landen. Den Haag, 2013. 6 K. van Berkel, De beoefening van de wetenschapsgeschiedenis in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw. In: F. van Lunteren en L.C. Palm, red., De natuurwetenschappen in Nederland in de negentiende eeuw. Studies voor Harry Snelders. Rotterdam, 1995, 119-129; K. van Berkel, Natuurwetenschap en cultureel nationalisme in negentiende-eeuws Nederland. In: K. van Berkel, Citaten uit het boek der natuur. Opstellen over Nederlandse wetenschapsgeschie denis. Amsterdam, 1998, 221-239.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 424