Klaas van Berkel
'de' uitvinder van de telescoop toekwam, dan moest men die persoon niet onder
Nederlanders zoeken, maar onder Italianen.10
Over de juistheid van deze conclusie hoeven wij het hier niet uitvoerig te heb
ben.11 Later onderzoek heeft uitgewezen dat Zacharias Jansen en zijn zoon Johan
nes Sachariassen uiterst onbetrouwbare getuigen waren en dat het toch alleszins
aannemelijk is dat Johannes Lipperhey de uitvinder van de telescoop is geweest,
zij het dan niet omdat hij een samenstel van twee lenzen in een buis stak, maar
omdat hij er een diafragma aan toevoegde, wat de kwaliteit van het beeld dat
door de lenzen werd geproduceerd sterk vergrootte.12 Daardoor werd wat voor
heen een speeltje was, opeens bruikbaar als wetenschappelijk instrument. Voor
De Waard stond het echter in 1905, toen hij zijn onderzoek afsloot, vast dat hij
definitief had bewezen dat Zacharias Jansen aangewezen moest worden als dege
ne die in de Nederlanden het eerst een telescoop had gebouwd, ook al was hij niet
'de' uitvinder van 'de' verrekijker.13 Hij rondde zijn manuscript af en bezon zich op
de vraag hoe hij het als boek zou kunnen uitgeven.
Het lag voor de hand dat De Waard steun zou zoeken bij het Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen. Zijn vader had al in 1900 financiële steun van het
Genootschap ontvangen bij de uitgave van een boekje over de kleuren van de Ne
derlandse vlag (in het bijzonder over de vraag wanneer de bovenste baan in plaats
425
10 De mededeling dat het een Italiaan was die het eerdere model had gemaakt hoeft niet te
betekenen dat de vinding in Italië was gedaan; het kan ook gaan om een van de Italianen die
werkten in de glasfabriek die Govert van der Haghe in 1581 in Middelburg had opgericht. Zie
daarover: K. van Berkel, The city of Middelburg, cradle of the microscope. In: A. van Helden
en anderen, red., The origins of the telescope. Amsterdam, 2010, 45-71, in het bijzonder 48-50.
11 De conclusie van De Waard werd meteen al aangevochten. Een zekere 'E.' trok in de Populair
Wetenschappelijke Kroniek van Het Nieuws van den Dag van 28 juni 1907 de betrouwbaarheid
van de mededeling van Johannes Sachariassen in twijfel, zoals hij ook op andere punten met
De Waard van mening verschilde. Zie ook de reactie van De Waard en de dupliek van E. in:
Het Nieuws van den Dag 13 juli 1907. 'E' is ongetwijfeld de journalist en astronoom C. Easton,
die in die tijd hoofdredacteur van Het Nieuws van den Dag was.
12 Zie het uitputtend onderzoek van H.J. Zuidervaart, The true inventor of the telescope. A sur
vey of 400 years of debate. In: Van Helden en anderen, The origins of the telescope, 9-44.
13 Moderne inzichten over uitvindingen in de vroegmoderne tijd hebben de hele notie van 'de'
uitvinder van de verrekijker (of welk ander instrument ook) onderuitgehaald. Mario Biagioli
betoogt dat veel belangrijker was wie in een lokale context de eerste was die een bepaalde
vinding aan de man kon brengen. M. Biagioli, Did Galileo copy the telescope? A 'new' letter by
Paolo Sarpi. In: Van Helden en anderen, red., The origins of the telescope, 203-230.