La doctrine de la société zélandaise
vernufteling Cornelis Drebbel te berde had gebracht.24 Maar De Waard was de
eerste die begreep dat dit manuscript veel waardevoller was dan die losse opmer
kingen over de uitvinding van de telescoop of de instrumenten van Drebbel. Hij
kwam bijvoorbeeld in het manuscript afschriften tegen van brieven die Beeck-
man in 1619 met Descartes had gewisseld en die tot dan toe onbekend waren. Ook
kwam hij passages tegen waaruit bleek dat Descartes al in 1629 zijn ontdekking
van de brekingswet aan Beeckman had meegedeeld. Terwijl De Waard nog bezig
was met de afronding van zijn boek over de uitvinding van de verrekijkers besloot
hij twee artikelen te schrijven over deze vondsten in het aantekeningenboek (of,
zoals De Waard het noemde, het journaal) van Beeckman en die op te sturen naar
het Nieuw Archief voor Wiskunde, in Nederland het wiskundig tijdschrift waarin
dit soort artikelen thuishoorde. Maar eerst legde De Waard zijn artikelen voor
aan zijn leermeester Korteweg. Hij was er namelijk niet zeker van of die brieven
uit 1619 werkelijk nog onbekend waren. Maar Korteweg, die als mede-uitgever
van de werken van Huygens in contact stond met degene die in Frankrijk na de
dood van Paul Tannery in 1904 als enige verantwoordelijk was voor de nieuwe uit
gave van de Oeuvres de Descartes, Charles Adam in Nancy, kon hem snel gerust
stellen: deze brieven waren inderdaad onbekend bij de Descartes-specialisten. Er
waren überhaupt geen brieven bekend van Descartes van voor 1629, toen hij zich
metterwoon in de Republiek vestigde. De Waard had dus een majeure ontdekking
gedaan. Hij publiceerde zijn twee artikelen in opeenvolgende afleveringen van het
Nieuw Archief voor Wiskunde en zond in september 1905 overdrukjes ervan naar
het bestuur van het Zeeuws Genootschap.25
430
24 H.A. Naber, Cornelis Jacobsz Drebbel, 1572-1634. In: Oud-Holland 12, 1904, 195-237. Het
manuscript voor de dit artikel was afgesloten, zo staat op p. 237, in december 1904 te Zierikzee
en de aflevering zelf verscheen in de zomer van 1905. Op 10 augustus 1905 bood Naber, onder
dankzegging voor inzage in de geschriften over de uitvinding van de verrekijker die bij het
Zeeuws Genootschap berustten, een overdrukje van zijn artikel aan voor de bibliotheek van
het Zeeuws Genootschap. Zeeuws Archief, Archief KZGW, inv.nr. 30, scan 39. Omdat Beeck
man en zijn manuscript alleen in de noten worden vermeld, mogen we aannemen dat Naber
pas in een heel laat stadium door Broekema op de aantekeningen van Beeckman is gewezen,
dus in 1904.
25 C. de Waard, Descartes en de brekingswet. In: Nieuw Archief voor Wiskunde, tweede reeks,
deel 7, 1905, 64-68 (gedateerd Middelburg 25 juni 1905), en: C. de Waard, Eene corresponden
tie van Descartes uit de jaren 1618 en 1619. In: Nieuw Archief voor Wiskunde, tweede reeks, deel
7, 1905, 69-87. Zie: De Waard aan bestuur van het Zeeuws Genootschap, 12 september 1905.
Zeeuws Archief, Archief KZGW, inv.nr. 30, scan 44. De ontvangst van de overdrukjes wordt
bevestigd in de bestuursvergadering van 9 oktober 1905.