La doctrine de la société zélandaise vol was een integrale of gedeeltelijke editie van het journaal tot stand te brengen, in de lijn van de Oeuvres complètes van Huygens. Daarvoor zou te zijner tijd een redactiecommissie aangesteld worden, bestaande uit leden van de Maatschappij en ondersteund door een uitvoerend assistent, te weten De Waard. Toch had Korteweg persoonlijk nog wel wat bedenkingen. Hij was onder de indruk van de vaardigheid van De Waard in het lezen en interpreteren van oude bronnen, zoals het journaal van Beeckman; de lessen van zijn vader waren daar heel goed voor geweest. Maar Korteweg vreesde dat de opdracht waarmee De Waard bekleed zou worden, hem zouden hinderen bij het voltooien van zijn stu die wiskunde. Op 2 februari 1906 schreef Korteweg aan Bosscha dat het beter was De Waard niet per direct aan het werk te zetten: Bosscha begreep het; uitstel tot na de zomervakantie was voor hem geen pro bleem. Het liep anders. De Waard ging onmiddellijk na de algemene vergadering van de Hollandse Maatschappij in mei 1906 aan de slag met de transcriptie van het journaal van Beeckman, dat hij eind 1905 al een keer in zijn geheel had door gelezen zonder daarbij grote moeilijkheden te ondervinden. Maar van het plan om vóór de zomervakantie af te studeren kwam niets terecht. Terwijl hij in 1909 het laatste deel van de transcriptie inleverde, bleef hij zijn doctoraalexamen maar uitstellen. Het aanvaarden van een tijdelijke betrekking als leraar wis- en natuur kunde in Den Haag in 1907 was evenmin bevorderlijk voor het tijdig afronden 432 De reden is dat de Waard die ons van veel hulp zal kunnen en willen zijn thans voor zijn doctoraal werkt. Hij hoopt vóór de groote vakantie gereed te komen en nu zoude ik niet gaarne hem daarin storen. Hij is maar al te bereid zich weer in Beeckman studiën te verdiepen, die hem veel meer aantrekken dan het the oretische werk voor zijn examen; daarbij komt dat hij niet van de vlugste is - ik beschouwde hem als een zeer zwak student - en het doctoraal dus niet zoo maar uit zijn mouw schudden kan. De eerstkomende maanden zullen in dit op zicht beslissend voor hem zijn. Ik had reeds erover gedacht hem maar liever da- delik in archivarische richting te sturen, maar het bleek mij dat hij vast besloten is zijne studiën ten einde te brengen en dat zal hem vast ook wel gelukken als hij nu rustig doorwerken kan.27 27 Noord-Hollands Archief, Archief KHMW, inv.nr. 185.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 434