Klaas van Berkel
toen hij nog in Winschoten woonde, en betreft enkele brieven van Philippus van
Lansbergen.35
In 1939 smaakte De Waard het genoegen dat eindelijk het eerste deel van de
uitgave van het journaal van Beeckman verscheen. Als vanzelfsprekend was de
taal waarin hij deze uitgave verzorgde het Frans: de uitgave de Oeuvres complètes
van Huygens was in het Frans, en evenzo natuurlijk die van de Correspondance de
Mersenne. Voor de uitgave van de integrale tekst van het journaal van Beeckman
had overigens niet De Waard zelf gezorgd; het was vooral de niet aflatende pro
paganda die een andere historicus van de wis- en natuurkunde, E.J. Dijksterhuis,
voor zo'n editie had gevoerd die de firma Martinus Nijhoff er ten slotte van over
tuigde dat er muziek zat in zo'n uitgave.36
De oorlog, de strijd om Walcheren in 1940 en de bevrijding van Vlissingen
in november 1944 waren voor De Waard net zo goed een cesuur als voor alle
andere inwoners van Walcheren. Bij het bombardement op Middelburg en de
daaropvolgende brand gingen grote delen van de Zeeuwse archieven verloren en
ook het manuscript van Beeckmans journaal, dat bewaard werd op de Zeeuwse
bibliotheek, liep schade op (vooral waterschade). Gelukkig beschikte De Waard
over een goede transcriptie van het hele manuscript en had hij inmiddels al de
daarvoor in aanmerking komende archieven in Zeeland nagelopen op gegevens
over Beeckman, zijn familie en de kring van zijn bekenden en vrienden. De strijd
om Walcheren in november 1944 leverde geen extra schade op. Het huis aan de
Oude Markt stond hoog genoeg om geen last te hebben van de inundatie van het
eiland en het bleef gespaard bij de beschietingen van de stad door de geallieerden.
De Waard kon dus rustig doorwerken aan de uitgaven van Beeckman en Mersen
ne. Deel II van het Journal verscheen in 1942, deel III in 1945. Zeker toen hij op
1 september 1944 met pensioen ging, had hij alle tijd om dit werk voor te zetten.
Voor al dit werk is De Waard meer dan één keer geëerd. Al in 1936 werd hij lid
van het Legion d'Honneur, in 1937 ontving hij de Pris Binoux van de Académie
437
35 C. de Waard jr., Nog twee brieven van Philips van Lansbergen. In: Archief. Vroegere en latere
Mededeelingen voornamelijk met betrekking tot Zeeland, uitgegeven door het Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen, 1915, 93-99. Het betreft brieven van Frans Raphelengius (1593)
en Abraham van der Mijle (1595).
36 E.J. Dijksterhuis, Het Journaal van Beeckman, De Gids 101, 1937, II, 212-213; E.J. Dijksterhuis,
Een wensch vervuld, De Gids 104, 1940, I, 207-215. Ook uit zijn correspondentie met de laatste
uitgever van de Oeuvres complètes van Christiaan Huygens, J.A. Vollgraff (woonachtig te Mid
delburg!), blijkt dat Dijksterhuis steeds bezig is geweest de weg voor een integrale editie van
het Journaal van Beeckman te effenen (Archief Vollgraff, Museum Boerhaave te Leiden).