Vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw heeft die nieuwe Akademie
samen met de universiteiten een proces van 'professionalisering' van de weten
schapsbeoefening doorgemaakt, waardoor de genootschappen in feite nog verder
naar de rand van wetenschapsbeoefening zijn geschoven, en opnieuw in hoofd
zaak discussieclubs of instanties voor publicatie van verhandelingen zijn gewor
den. Van een persoonlijke hobby met een wat onbestemd generalistische inslag
groeide wetenschap zo in de loop van enkele eeuwen definitief uit tot een vorm
van groepsgebonden onderzoek door vakspecialisten, met collectieve agenda's en
standaarden en een gemeenschappelijke ethiek, zowel voor de wetenschapsbe
oefening zelf als voor haar rol in de samenleving. Tegelijk wordt de roep om een
grotere rol voor de wetenschap bij de vormgeving van de samenleving luider en
wordt een betere afspiegeling van het snel veranderende wetenschapsveld nood
zakelijker, inclusief toenemende aandacht voor gender-aspecten en voor tijdige
vernieuwing en verjonging. De positie en taken van de KNAW zijn sinds 1992
vastgelegd in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.
Zij identificeert zich thans nog steeds als een genootschap, maar als een 'genoot
schap van excellente wetenschappers' dat 'het forum, het geweten en de stem van
de wetenschap in Nederland' wil zijn en zich inzet voor een optimale bijdrage
aan de culturele, sociale en economische ontwikkeling van de samenleving. Dit
complexe proces van 'vermaatschappelijking' van de wetenschap uit zich bij de
KNAW, haar leden en instituten, in een groeiende stroom van adviezen, rappor
ten, oordelen, verkenningen, publicaties en andere initiatieven in de samenleving.
Ze vormen de echo van de handelingen en prijsvragen van de achttiende-eeuwse
genootschappen en het is wel zeker dat koning Lodewijk en koning Willem I ze
met instemming zouden hebben begroet als zij het woord 'staat' door 'samenle
ving' hadden weten te vervangen.
Enige meer algemene literatuurverwijzingen
Bloemendal, J., Dixhoorn, A. van, en Strietman, E. (red.), Literary Cultures and Public Opinion
in the Low Countries,1450-1650. Leiden, 2011.
Dixhoorn, A. van, Chambers of Rhetoric: performative culture and literary sociability in the
early modern Northern Netherlands. In: Dixhoorn, A. van, en Speakman Sutch, S., (red.),
The Reach of the Republic of Letters. Literary and Learned Societies in Late Medieval and
Early Modern Europe, deel 1. Leiden, 2008, 119-157.
Frijhoff, W, Geleerd genootschap en universiteit: Solitair of complementair in de wetenschap
sontwikkeling? In: Nieuwe Verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefonder
vindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, 3e reeks, deel 5, 1990, 6-19.
Willem Frijhoff
41