Caroline van Santen gelmatig in Huize Brouwershaven op bezoek kwam.105 Vooral Antoinette had na haar broers overlijden dringend behoefte aan rust.106 En Marie kon zich moeilijk concentreren op het schrijven van artikelen. Het afhandelen van Jans erfenis, zo als het overdragen van zijn boeken aan Artis en zijn verzamelingen aan het Zoö logisch Museum, nam veel tijd in veel beslag. Hierbij kregen ze gelukkig hulp van bioloog Max Weber.107 Ter herinnering aan hun broer hadden ze zelfs een aantal van de eigen meubels voor die van hem omgeruild.108 Om bij te komen van het opruimen van alle zaken verbleven de zussen in het najaar van 1930 een tijdje in hotel De Engel in De Steeg (Rheden).109 Het lijkt erop alsof dit één van de laatste reisjes was die Marie en Antoinette voor hun plezier maakten. Al vanaf 1927 klaagde Marie regelmatig bij Meertens dat zij last had van haar ogen.110 In november 1930 onderging Marie in Leiden een succesvolle operatie aan staar aan beide ogen. Antoinette vergezelde Marie, vermoedelijk mede om als intermediair te kunnen fungeren; de zussen deelden een kamer in het Diaco- nessenhuis.111 Langzaamaan ging het beter en begin januari klom Marie alweer zelf in de pen, al moest ze toen nog wel voorzichtig zijn en haar ogen niet te veel belasten. Ze had veel steun aan haar zus, die haar met alles hielp. Marie had dui delijk moeite met de lichamelijke achteruitgang of zoals ze zelf zei: 'Het is maar weemoedig als men zo aftakelt!'112 Desondanks bleef Marie schrijven, ze kon het eenvoudigweg niet laten. Steeds speuren naar iets nieuws of het verbeteren van oude aannames, was wat ze op hoge leeftijd nog steeds het allerliefste deed.113 Meertens had de gewoonte om Marie in elk geval rond haar verjaardag te schrijven om haar te feliciteren. Marie beantwoordde alle brieven trouw en ver telde hem over het bezoek van de dag en de andere brieven die ze schreef. Na haar 77e verjaardag schreef ze hem dat dergelijke drukke dagen haar niet ver moeid maakten, maar 'Mijn zuster echter kan er minder goed tegen, wat jammer is, vooral omdat het meeste huiselijke werk op haar neerkomt.'114 459 105 EZ, Archief Van der Feen, brief 05-02-1930. 106 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 30-01-1930. 107 EZ, Archief Van der Feen: brieven 05-02-1930 en 24-02-1930; ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 05-06-1930. 108 EZ, Archief Van der Feen: brief, 23-06-1930. 109 EZ, Archief Van der Feen, brief 12-10-1930. 110 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 24-05-1927. 111 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief Antoinette, 14-11-1930. 112 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 04-01-1931. 113 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 04-06-1931. 114 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 12-06-1932.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 461