Muntencollectie
In 1922 en 1923 verkocht Marie de Man voor een bedrag van 8000 gulden haar
persoonlijke numismatische verzameling, bestaande uit vroegmiddeleeuwse
gouden Merovingers en zilveren sceattas en Karolingers gevonden in Domburg,
aan het Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Steenen. De in
die instelling ontbrekende munten geslagen door de Zeeuws Munt, Hollandse
en Vlaamse munten en een selectie Zeeuwse gildepenningen en loodjes maakten
eveneens deel uit van de verkoop.140 De voornaamste reden voor het verkopen
van haar collectie aan deze instelling, was dat Marie haar zuster niet met dit pro
bleem wilde belasten als ze kwam te overlijden. Daarnaast was Marie bang dat
anders bij verkoop de mooiste stukken naar [rijke verzamelaars in] Amerika zou
den verdwijnen.141 In brieven aan zowel Meertens als Van der Feen vertelde Marie
waarom ze haar persoonlijke muntenverzameling aan het Kabinet had verkocht.
Enerzijds was ze bezorgd of er, na haar aftreden als conservator en bij gebrek aan
een opvolger bij het Zeeuws Genootschap, wel goed genoeg voor de collectie zou
worden gezorgd. Anderzijds zag ze als bijkomend voordeel dat er nu twee plaat
sen met een gelijkwaardige collectie Domburgse munten waren, zodat bijvoor
beeld bij een brand niet alles verloren zou gaan, een bijna profetische gedachte.142
466
Marie en Antoinette de Man
Pinangschaar met Semar-kop (ijzer) Lombok, Indonesië, voor 1936. Zeeuws Museum, coll. KZGW,
3600-Z-3182 (Foto: Ivo Wennekes).
140 Algemeen Handelsblad, 10-11-1923; J. van Kuyk, Geschiedenis van het Koninklijk Kabinet van
Munten, Penningen en Gesneden Steenen te 's-Gravenhage. 's-Gravenhage: 1946, 92; Persoon
lijke communicatie (e-mail) d.d. 26-06-2018 met Paul Belien, conservator Nationale Numis
matische Collectie bij De Nederlandse Bank. N.B. Marie de Man's collectie maakt tegenwoor
dig deel uit van de Nationale Numismatische Collectie.
141 EZ, Archief Van der Feen, brief 12-11-1923.
142 EZ, Archief Van der Feen, brieven 20-09-1923 en 12-11-1923.