Op verzoek van P.J. van der Feen had Marie haar vader's boeken over en foto's van
schedels aan het Zeeuws Genootschap geschonken.149
Niettemin is er toch veel wat wel verloren is gegaan, want zoals ze zelf aan
Meertens in mei 1939 schreef: 'Ik ben aan het opruimen van boeken, maar kan van
de meeste toch maar moeilijk scheiden. Ze roepen zooveel herinneringen bij mij
op.'150 In een brief uit mei 1941 schreef Marie: 'De geschriften van mijn vader en
die van mijn broer, die zoo prachtig zijn krabben, kreeften en garnalen teekende,
die in zijn boeken voorkwamen, zijn mede verbrand'. In de brief gaf ze eveneens
aan dat er van haar boeken over de geschiedenis van Zeeland en van die van Emile
van Heurck niets meer over was.151 In maart 1942 schreef Marie aan Meertens:
'Wij hebben in mei 1940 zeer veel verloren, waaronder kostbare boeken van va
der en van mijn broer. Ook alle overdrukjes van mijn eigen geschriftjes, maar die
hadden toch geen blijvende waarde.'152
Slotbeschouwing
Met het bovenstaande beeld heb ik een beeld geschetst van twee ongetrouwde
vrouwen in de tweede helft van de negentiende en eerste helft van de twintigste
eeuw die vanwege gegoede omstandigheden onafhankelijk, zowel financieel als
sociaal, konden opereren. Ze stonden midden in het leven en hadden een grote
schare mensen om zich heen waarmee ze interacteerden. Ieder op hun eigen wij
ze waren ze zeer gedreven. Marie was dat vooral in haar wetenschappelijke werk
zaamheden waarin ze ondanks het ontbreken van een formele scholing aanzien
wist te verwerven. Antoinette op haar beurt gaf blijk van een groot maatschap
pelijk engagement met haar inzet voor de behoeftigen in de lokale samenleving.
Daarnaast waren beide zeer geïnteresseerd in het werk en de positie van vrouwen
getuige onder meer hun beider inspanningen voor de Nationale Tentoonstelling
voor Vrouwenarbeid in 1898, al is uit de beschikbare bronnen niet op te maken of
ze daarmee ook kunnen worden geschaard tot de vroege Zeeuwse feministen. Be
trokkenheid bij het Zeeuws Genootschap en het behouden van (Zeeuws) erfgoed
in het algemeen is hen door vader De Man van jongs af aan bijgebracht en hebben
ze hun hele leven gehouden.
468
Marie en Antoinette de Man
149 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 19-06-1938.
150 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 19-05-1939.
151 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 11-06-1941
152 ZB, Collectie Meertens, inv.nr. 28.29, brief 05-03-1942.