tikel tentoonstelde, vooral voor de toneelstukken. Hij geeft veel informatie over 'zijn' kamer en heeft zelf veel bronnenonderzoek gedaan naar de geschiedenis daarvan, vooral naar de bronnen van Het spel van de stathouwer. Niet zozeer zijn tekstuitgave van dat toneelstuk, maar veeleer zijn presentatie van al het andere materiaal dat hij had gevonden, heeft geleid tot academische belangstelling. Receptie van een corpus Dit artikel wil het verloop van die belangstelling van de wetenschappelijke wereld voor het corpus Piolieren uiteenzetten en aldus een receptiegeschiedenis ervan schetsen. Receptieonderzoek kwam in de jaren zestig van de vorige eeuw op als een discipline in de literatuurwetenschap. Het richt zich op de consument van een literair werk: de lezer. Het onderzoekt welke reacties een tekst oproept bij lezers of groepen lezers.8 Al snel bleek die invalshoek bruikbaar voor andere kun sten. Muziek, theater en beeldende kunst hebben immers ook te maken met pu blieksreacties. Receptiegeschiedenis gaat na hoe publieksreacties in de loop van de tijd veranderen en probeert zo'n ontwikkeling te verklaren. Een receptieonderzoek verzamelt en evalueert zo veel mogelijk reflecties op een kunstwerk, en zo mogelijk de invloed die van het kunstwerk is uitgegaan, door de jaren, de decennia en zelfs de eeuwen heen. Zo'n exercitie is ook mogelijk in het geval van het corpus Piolieren. Wel geldt dan de aanname dat het publiek dat op het corpus heeft gereflecteerd beperkt is tot enkele groepen van specialis ten en geïnteresseerden: literatuurhistorici, theaterhistorici en cultuurhistorici. De receptie van Middelnederlandse teksten verloopt in golven.9 Een eerste re- ceptiegolf doet zich voor in de tijd waarin de tekst verschijnt en het door de au teur gezochte publiek zich ertoe verhoudt. Een tweede golf komt wanneer een an der dan het geïntendeerde publiek zich er later mee gaat bezighouden en de tekst voor eigen doeleinden gebruikt, uitlegt, soms zelfs wijzigt of overzet naar een ander genre. 'In de derde receptiegolf eigent de lezer zich de tekst toe door hem als culturele en/of historische informatiebron te gebruiken: het gaat niet meer 472 'De wereld in' 8 Voor de theorie van receptie-esthetica en receptiegeschiedenis R.C. Holub, Reception Theory. A critical introduction. Londen en New York, 1984. 9 P.P. van Oostrom, Dirc van Delft en zijn lezers. In: W. van den Berg, en H. Stouten, Het woord is aan de lezer. Zeven literatuurhistorische verkenningen. Groningen, 1987, 49-71; V. Praeters, Medioneerlandistiek in context; literair-historici op zoek naar Hermes en Philologia. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 120, 2004, 298-308 en G. Bouw meester, Receptiegolven. De primaire, secundaire en tertiaire receptie van Augustijnkens werk. Utrecht 2016, 17-38.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 474