van Embden over dialectonderzoek.20 In maart 1929 vermeldt hij terloops dat het
manuscript van zijn Stathouwer-stuk 'bij de Heer Meerkamp' is.21 De bedoeling
is het in Archief 1929 te publiceren, maar het zal een jaar later worden, omdat
andere bijdragen moeten voorgaan. 'Ter wille van de goede zaak berustte ik er in,
hoewel noode.'22 Meer komen we over de totstandkoming van de publicatie niet
te weten.23 In 1930, ongeveer vijf jaar na de vondst van het Fiolierenarchief, wordt
het artikel gepubliceerd. In de correspondentie met Meertens wordt daar geen
aandacht meer aan besteed. Die gaat op inmiddels vriendschappelijke toon verder
over de vele andere onderwerpen waar beiden belang in stellen.
Eerste signaleringen
In de eerste twintig jaar na de verschijning in Archief wordt de 's-Gravenpolderse
vondst slechts vijf keer opgemerkt in wetenschappelijke publicaties. Alleen van de
eerste twee heeft Poldermans zelf kennis kunnen nemen, die verschenen respec
tievelijk in 1934 en 1935. De andere, in en kort na de oorlogsjaren gepubliceerd,
kwamen daarvoor te laat: hij overleed in 1939.
De eerste die melding maakt van Poldermans' 'mededelingen' in Archief is de
historicus en folklorist J.A. Jolles. Voor een uitgave van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen die in 1934 verscheen, inventariseerde hij de schut
tersgilden en schutterijen in de provincie Zeeland. In zijn uiteenzetting over het
's-Gravenpolderse schuttersgilde Sint Sebastiaan noemt hij enkele voorwerpen
van de reeds lang verdwenen rederijkerskamer, maar ook dat 'bij de gildepapieren
eenige tooneelstukken [worden] bewaard, door haar opgevoerd; waarmede D.A.
Poldermans, in een der laatste deelen van het Archief, de leden van 't Z.G. heeft
doen kennismaken.'24 Het is frappant dat Poldermans zijn vondst deed toen hij
'op zoek was naar bizonderheden over de Schuttersgilden op het platteland van
476
'De wereld in'
20 Van Driel, Zelfportret, 2009, 158. Poldermans spreekt daarbij al van 'ons Genootschap'. Hij lijkt
bijgedraaid.
21 Ibidem, 161. De redactiecommissie van Archief werd in 1930 gevormd door mr. A Meerkamp
van Embden, dr. R. Bijlsma en mr. Th. Portheine.
22 Ibidem, 162.
23 Van D.A. Poldermans is geen familie- of persoonlijk archief bekend. Het archief van het
KZGW is onvolledig: van de Archief-redactie zijn van 1930 en de jaren daarvoor geen docu
menten bewaard gebleven. Wel is gearchiveerd dat Poldermans in 1927 lid werd, Meertens in
1928 (ZA, KZGW, inv.nr. 121. Register houdende namen van de leden). Beiden waren betalend
lid (ZA, KZGW, inv.nr. 123 Alfabetische naamlijst van directeuren en leden), maar bezochten
nooit een vergadering (ZA, KZGW, inv.nr. 91, Presentielijsten).
24 J.A. Jolles, De schuttersgilden en schutterijen van Zeeland; overzicht van hetgeen nog bestaat.
Middelburg, 1934, 36.