venpolder'.41 Ook geeft Hummelen in een apart hoofdstuk samenvattingen van de
inhoud van al die spelen, voor die van 's-Gravenpolder ruimt hij alweer dertien
pagina's in.42 Hij wil met dit boek de literatuurhistoricus zicht geven op het totale
bestand van rederijkersspelen. Deze inventarisatie, de bibliografie en de samen
vattingen maken het al tot een onmisbaar bronnenboek voor literatuurhistorici,
maar door bovendien elk toneelspel een unieke identiteitscode te geven maakt
hij een einde aan 'de vaak gebrekkige, incomplete en ongelijksoortige wijze van
aanduiden'43
Hummelen is de eerste die aandacht besteedt aan alle 's-Gravenpolderse spe
len. Het Repertorium is niet de plaats om kwaliteitsoordelen uit te spreken, het
registreert en beschrijft slechts. Het vertelt literatuurhistorici wat de aard en de
inhoud is van de bewaard gebleven rederijkersspelen en wijst hun waar ze be
waard worden. Hummelen noemt zelf literatuurhistorici als zijn doelgroep.44
Zoals eerder opgemerkt hebben sinds de jaren zeventig ook cultuurhistorici be
langstelling gekregen voor de rederijkerscultuur.45 Ook zij hebben baat gehad bij
Hummelens standaardwerk. Het is te boud om het Repertorium aan te wijzen
als aanjager van die cultuurhistorische belangstelling, maar een wegwijzer is het
zeker geweest. Voor verschijning van het Repertorium was de aandacht voor het
corpus Fiolieren beperkt gebleven tot de Stathouwer en de rollen van Sanderijn
en Lanslot. Nu Hummelen de hele 's-Gravenpolderse verzameling heeft ontsloten
door opneming in zijn canon van het rederijkersdrama, ontstaat ook belangstel
ling voor de andere spelen.
Interludium: De verdwenen Stathouwer
Voor Hummelens werk aan het Repertorium zijn de spelen van de Fiolieren ja
renlang uitgeleend aan de Bibliotheek van de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens
dat bruikleen heeft zich iets precairs, om niet te zeggen gênants, voorgedaan.
482
'De wereld in'
41 W.M.H. Hummelen, Repertorium van het rederijkersdrama 1500 - ca. 1620. Assen, 1968, 123
135.
42 Ibidem, 368-380.
43 Ibidem, 1-2.
44 Ibidem, 1.
45 Van Dixhoorn, De rederijkerskamer, 67-71.