van C.G.N. de Vooys en in een moeite door ook van Roemans en Van Assche.54
In zijn kleine artikeltje van 1935 had De Vooys 'als het ware in één pennestreep,
een oordeel geveld, dat zelfs tot in de studie-uitgave van de middeleeuwse versie
door Roemans en Van Assche heeft geleid tot de minimale waardering voor het
Zeeuwse Lanseloet-handschrift tot nu toe.'55 Alleen al dat deze rollen weer eens
een toneelversie geven van Lanseloet van Denemerken, 'na eeuwen' van voorna
melijk gedrukte leesversies van het verhaal, maakt deze rollen volgens Hüsken en
Schaars bijzonder. Het gaat in hun uitgave nadrukkelijk om een onderzoek van
het handschrift, niet om een analyse van de dramaturgie. Daarom ook is ze diplo
matisch van aard, wat inhoudt dat getranscribeerd wordt weergegeven wat er in
het handschrift werkelijk staat, dus inclusief kennelijke fouten en verschrijvingen.
Ook de foto's van het handschrift zijn, iets verkleind, weergegeven. In hetzelfde
jaar publiceren Hüsken en Schaars in het tijdschrift Literatuur een enigszins po
pulairder gesteld artikel over de resultaten van hun onderzoek van de 's-Graven-
polderse rollen.56
Ook voor zijn promotieonderzoek maakt Hüsken gebruik van het 's-Graven-
polderse materiaal.57 Twee hoofdstukken wijdt hij speciaal aan de rederijkers
klucht. Daarin roept hij de 's-Gravenpolderse kluchten met regelmaat te hulp.
Claes en Geene helpen hem drie keer, Haestbedroghen en vrouw Pluijse tien keer
en Scavuyt dertien keer bij zijn analyses van de compositie van rederijkerskluch
ten en van de verhoudingen tussen de personages.
Een derde Nijmeegse publicatie die exclusief een 's-Gravenpolders spel bestu
deert, is van de hand van G.R.W. Dibbets. Hij buigt zich over De bruiloftsganger
zonder feestkleed 5 Daarvan bestaan in het corpus Fiolieren twee versies. Water
merkonderzoek toont aan dat het ene vijftig a zestig jaar ouder is dan het andere.
De oorspronkelijke tekst moet geschreven zijn door de factor van De Fiolieren
uit 's-Gravenpolder die zich in de tekst eenvoudig 'plouchman' noemt. Het spel
is in 1560 of kort daarna in Kapelle gespeeld tijdens een rederijkersfeest waarop
Bram le Clercq
485
54 De eerste druk van zijn teksteditie van Lanseloet van Denemerken maakte Roemans met René
Gaspar, herdrukken met Hilda van Assche.
55 Hüsken, Schaars, Sandrijn en Lanslot, 3.
56 W.N.M. Hüsken en F.A.M. Schaars, Lanseloet van Denemerken op het Zeeuws toneel. In:
Literatuur 2, 1985(2), 132-138.
57 W.N.M. Hüsken, Noyt meerder vreucht. Compositie en structuur van het komische toneel in de
Nederlanden voor de Renaissance. Deventer, 1987.
58 Een geconstrueerde titel. Hummelen gaf deze titel aan het stuk ten behoeve van zijn
Repertorium, omdat in beide handschriftversies ervan de titel ontbreekt.