vijftiende eeuw heeft Arjan van Dixhoorn inmiddels in verschillende publicaties
uitgewerkt. Deze belangrijke nuanceringen ten spijt is mijn ontwikkelingsmodel
intact gebleven. In een reeks detailstudies is ze onderbouwd, verder uitgewerkt en
uiteraard ook genuanceerd. Ze vormt de kern van de standaardinterpretatie van het
Nederlandse culturele leven van de achttiende eeuw die een paar jaar geleden door
Gert Jan Johannes en Inger Leemans werd gepubliceerd.17 Ook de recente geschied
schrijving over de Zeeuwse sociabiliteitsontwikkeling past hierin.18
Een van de grote vragen van het sociabiliteitsonderzoek is het probleem van
insluiting en uitsluiting, sociaal, religieus en ook qua geslacht. Zeeland leverde
op dat punt enkele markante voorbeelden. Gelijkheid was weliswaar een so
ciabel ideaal maar in de standsbewuste Zeeuwse samenleving waren de sociale
scheidslijnen nog heel lang zichtbaar. De Middelburgse vrijmetselaarsloges ken
den elk hun duidelijk sociaal onderscheiden, eigen publiek en ook de wereld van
Het Nut en het Zeeuws Genootschap lagen ver uit elkaar.19 Een interessant en
uniek Zeeuws verschijnsel was het Natuurkundig Genootschap der Dames dat
in 1785 als complement van het in 1780 opgerichte Natuurkundig Gezelschap in
het leven werd geroepen. De werelden van mannen en vrouwen bleven hier ge
scheiden en ook het thema-aanbod in de mannelijke en vrouwelijke variant was
anders. Sociaal rigide was het vrouwengenootschap eveneens. Vooral dames uit
regentenkringen maakten er deel van uit en de enkele domineesvrouw die als lid
werd geaccepteerd, bleef consequent als 'juffrouw' aangeduid.20 Claudette Baar
de Weerd heeft in een belangrijke dissertatie een overzicht gegeven van de deel
name van vrouwen aan genootschappen en het denken daarover. De presentie
van vrouwen bleef zelfs in de meest toegankelijke genootschappen - de literaire
vereniging - heel beperkt en kwam nooit boven de paar procent uit.21
Wijnand Mijnhardt
47
17 Zie o.a. C.B.F. Singeling, Gezellige schrijvers. Aspecten van letterkundige genootschappelijkheid
in Nederland, 1750-1800. Amsterdam, 1999; L. Ast-Boiten, Stad tussen Verlichting en Roman
tiek. Groningen 1780-1850. Groningen, 2011; M. de Vries, Beschaven!Letterkundige genootschap
pen in Nederland 1750-1800. Nijmegen, 2001; I. Leemans en G.J. Johannes, Worm en donder.
Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek. Amsterdam, 2013.
18 A. Neele, Sociabiliteit. In: P. Brusse en J. Dekker, Geschiedenis van Zeeland, dlIII, 1700-1850.
Zwolle, 2013, 260-272.
19 W.W. Mijnhardt, Publieke belangstelling voor de natuurwetenschappen in Zeeland 1780-1815.
In: Acta van het 10e Beneluxcongres voor de Geschiedenis der Wetenschappen. Middelburg,
1987, 206-227.
20 D. Sturkenboom, De elektrieke kus. Over vrouwen, fysica en vriendschap in de 18de en 19de eeuw.
Het verhaal van het Natuurkundig Genootschap der Dames in Middelburg. Amsterdam, 2004.
21 C. Baar-de Weerd, Uw sekse en de onze: vrouwen en genootschappen in Nederland en in de ons
omringende landen (1750-ca. 1810), Hilversum, 2010.