'standsporen der woningen' zijn door de verstuivingen verdwenen. Bij het latere onderzoek door de AWN na 1990 zijn er nergens huisplattegronden aangetroffen. Op een eenvoudige door Hubregtse getekende kaart van de duinen en het strand gaf hij met een arcering de 'Germaansche resten' en 'Frankische resten' aan. De aanduiding 'Germaansch' sloeg op het zacht gebakken Ijzertijd aarde werk. Ook tekent hij op zijn kaart in een tiental dalen zeer kleine rechthoekjes in, die kennelijk woningen voorstellen. In de verspreiding van die 'nederzettingen' is geen patroon te herkennen. Het artikel van Hubregtse uit 1923 suggereerde meer dan het waar kon maken. Het leidde tot misverstanden, die hierna nog aan de orde komen. Toch gaf het meester Hubregtse een zekere autoriteit als 'oudheid kundige' in Zeeland. Holwerda gebruikte het artikel om aan te tonen dat de Jonge Duinvorming was begonnen in de negende eeuw, na een catastrofe van overstro ming en kustverwoesting.14 Het strand van Westenschouwen en noordelijker Over de vondsten op het strand bij Westenschouwen voor de Burgh en Westland- polder heeft Hubregtse geen artikel geschreven. Wel komen zijn de vondsten veel vuldig voor in zijn aantekeningen.15 Dit strand had een vaste ondergrond van klei en derrie (veen). Om de erosie door de geul van de Hammen te beteugelen werden in 1883-1885 drie stenen strandhoofden gelegd en groeide het strand daar aan. Bij sterke noordenwind verdween het zand en kwamen de resten van de havenbuurt van Westenschouwen aan het daglicht. In de volksmond zei men dan 'het strao is wêê maeger. Deze plek heette al heel lang 'Het Oude Westenschouwen.16 Uit de slijkerige bodem staken houten staanders. Er waren fundamenten zicht baar van stenen huizen, straatjes, houten afvalgoten, welputten en boomstron ken. Hier was van alles te vinden in afvalhopen en in kleiputjes 'opgeworpen door de vloed'. Er lagen veel potscherven, maar ook ringen, gespen, spelden, insignes ('kleine geestelijke medailles'), spinsteentjes, wetstenen, leerresten en munten. Het was voor Hubregtse niet lastig de vondsten terug te leiden tot de haven van Westenschouwen, die hier tussen 1300 en 1500 functioneerde. Hij baseerde zich op Dye Cronijcke van Zeelandt van Jan Reigersberch uit de druk van 1634 en op 502 Honderd jaar archeologisch onderzoek op het strand 14 J.H. Holwerda, Die Katastrophe an unserer Meeresküste in 9. Jahrhundert. In: Oudheidkundige Mededeelingen uit 's Rijksmuseum van Oudheden te Leide,n 10, 1929, 9-20. 15 Erfgoed Zeeland, Archief Hubregtse, inv.nr. 11.8 (Beschrijving strand), inv.nr. 15.1 (Beschrijving van de duinen en het strand), inv.nr. 60.11.4 (Westenschouwen). 16 F. Beekman, H.J.E. van Beuningen, Het verdronken Westenschouwen. Zierikzee, 1995.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 504