Prijsvragen
Zijn we - nu de meeste genootschappen wel zijn geanalyseerd en de grote pa
tronen zichtbaar zijn geworden - klaar met het onderzoek? Deze bundel is een
overtuigend bewijs van het tegendeel. Opvallend is bijvoorbeeld dat de prijsvra
gen van het Zeeuws Genootschap in deze bundel maar een enkele bijdrage heb
ben uitgelokt: Huib Uil, die een al even omvangrijke als grondige studie van het
Zeeuwse onderwijs in de vroegmoderne tijd op zijn naam heeft staan, neemt de
onderwijsvraag van 1778 onder de loep.22 Die beperkte aandacht voor de prijs
vragen zelf is eigenlijk jammer. Een paar jaar geleden heeft Jeremy Caradonna in
The Enlightenment in Practice: Academic Prize Contests and Intellectual Culture
in France, 1670-1795 de prijsvragen van de genootschappen grondig geanalyseerd
met verrassende resultaten.23 Zijn boek is daarmee een waardevolle aanvulling op
het werk van Roche en Hahn. De studie laat zien dat het aantal prijsvragen specta
culair toenam: van 48 tussen 1670 en 1679 tot maar liefst 476 in de decade voor de
Franse Revolutie. In veel studies over de Verlichting is de periode rond 1750 een
duidelijke cesuur, voor het prijsvragensysteem was dat niet anders. De echte ex
pansie begon na de eeuwhelft. Zo'n 30% van de thema's was gewijd aan literatuur,
60% aan wat wij nu als kunst, techniek en wetenschap zouden beschouwen en het
vak geschiedenis moest het met 10% doen. Caradonna heeft weten te becijferen
dat in totaal tussen de 12-15000 mensen aan de prijsvragen hebben deelgenomen.
Opmerkelijk is dat, voor zover valt na te gaan, het concourssysteem min
der dan 100 vrouwelijke deelnemers telde maar dat maar liefst een kwart ervan
werd bekroond. Uiteindelijk wijkt de vrouwelijke deelname met een paar procent
maximaal niet echt af van de voor Nederland behaalde resultaten. Net zo inte
ressant is dat in de eerste decennia van de achttiende eeuw vooral figuren met
nauwe relaties met het hof van Lodewijk XIV in de prijzen vielen maar dat aan
het eind van de achttiende eeuw het deelnemersveld veel diverser was gewor
den. Onder de inzenders kon je nu zowel broodschrijvers als gearriveerde auteurs
aantreffen. Vervolgens vele, zo fraai door Darnton als de 'Rousseaus uit de goot'
beschreven krabbelaars die het winnen van een prijsvraag als een voorname eer
ste stap op de literaire ladder zagen en een toenemend aantal technici die voor
allerlei maatschappelijke problemen oplossingen aandroegen. Wanneer we het
48
Genootschappen, prijsvragen en een wenkend perspectief
22 H. Uil, De scholen syn planthoven van de gemeente: het onderwijs in Zeeland en Staats-Vlaan-
deren, 1578-1801. Bergschenhoek, 2015.
23 J. Caradonna, The Enlightenment in Practice: Academic Prize Contests and Intellectual Culture
in France, 1670-1795. Ithaca, Londen, 2012.