Na de publicatie van het schervenonderzoek in 1997 waren er tien jaar geen ver
kenningen in de Schouwse duinen. Van Heeringen was geen provinciaal archeo
loog meer en Van der Valk verbleef voor advieswerk in het buitenland. De schrij
ver van dit artikel werkte naast zijn leraarsbaan aan een proefschrift over de Kop
van Schouwen. Daarin werd gezocht naar de oorzaken van de overstuivingen, die
tussen de tiende en dertiende eeuw, en tussen de zestiende en negentiende eeuw
plaatsvonden. Voor een goed begrip van de processen achter die overstuivingen,
bleek een politieke beslissing van belang.52
In 1872 verklaarde de polder Schouwen zich vrij van steun door het Rijk en
stopte abrupt met de helmbeplanting. In deze tijd van laisser faire deed ook het
ministerie van Financiën niets voor het vastleggen van de zeereep van de West
duinen en Noordduinen. Dit kwam op een slecht moment, omdat door de ver
sterkte ebstroom het Krabbengat naar de kust opschoof en een smal strand met
een steile zeereep met gaten veroorzaakte. In 1898 lagen er al 22 grote 'stuifga-
ten' tussen Westenschouwen en de vuurtoren. Vanuit deze gaten ontstond een
omvangrijke uitstuiving die het niveau van de onderliggende Oude Duinen be
reikte.53 In het gebied van de latere Boswachterij ontstonden achter 4 km me
ter zeereep twintig valleien tot 1000 meter landinwaarts. In de Meeuwenduinen,
1500 meter noordelijker, ontstonden achttien stuifvalleien tot 1500 meter vanaf
de kust. Hoe verder van Westenschouwen gelegen, des te verder landinwaarts de
uitstuiving plaatsvond.
Uiteindelijk zou de Dienst der Domeinen in 1918 de helmbeplanting gevolgd
door bebossing met dennen ten noorden van Westenschouwen gaan uitvoe
ren. De oorzaak van de verstuivingen werd dus gevonden in de toestand van de
zeereep grenzend aan het strand en dat moet ook gegolden hebben voor de vroe
gere overstuivingen in de tiende tot de dertiende en de zestiende tot negentiende
eeuw. Andere factoren als overbe weiding, ontbossing, konijnen, klimaat en de
latere waterwinning waren van minder betekenis.
Interdisciplinair onderzoek van de Oude Duinen op de Kop van Schouwen
Ongeveer tien jaar na de eerste verkenningen van 1992 tot 1994 kwam er een mel
ding van Anton van Haperen (Staatsbosbeheer) over een recent ontstane duinval
lei ten noorden van het dennenbos. Uiteindelijk leidde dat tot nieuwe verkennin-
514
Honderd jaar archeologisch onderzoek op het strand
52 Beekman, Kop van Schouwen, 212-222.
53 F. Beekman, Duinvorming op Schouwen. De gevolgen van verstuivingen in de zeereep. In: H.
Baas, (red.), Historisch cultuurlandschap in Nederland. 2010, 51-58.