Uit de reactie van de secretaris bleek duidelijk, dat de kritiek niet serieus werd
genomen. Daarentegen maakten enkele nauw bij het wel en wee van het Genoot
schap betrokken leden en enige niet-leden zich zorgen over de starre structuur
van de instelling en het daarop gebaseerde bestuursbeleid. Zij vormden een weer
spiegeling van de verschillende meningen over de noodzakelijke koerswijziging.
Degenen die adhesie betuigden aan de opstellers van het manifest zou men kun
nen onderscheiden in drie categorieën. In de eerste plaats de groep rond de di
recteur van het Economisch Technologisch Instituut (ETI), M.C. Verburg. Ook
later De Galan (eveneens ETI) en Dorst (als landbouwconsulent) waren nauw be
trokken bij de nieuwe ontwikkelingen in Zeeland in het algemeen en de Zeeuwse
economie in het bijzonder. Zij wensten een platform om hun ideeën verder uit
te dragen. Niet voor niets waren ook zij juist de initiatiefnemers van het Zeeuws
Tijdschrift. De tweede groep werd gevormd door wetenschappers (Meertens,
mevr. Ghijsen en Westendorp Boerma) die van mening waren, dat het Genoot
schap de recente veranderingen in de wetenschapsbeoefening niet op adequate
wijze wist bij te benen.26 De derde groep ten slotte bestond uit een aantal pro
gressieve, lokale notabelen (Okker, chirurg te Middelburg, de predikanten Stra-
ting (aanvankelijk te Goes) en Van der Linde eveneens te Middelburg, ds. Odé te
Goes) die vonden dat bredere geroepen van de bevolking bij het Genootschap be-
532
Kapitale koerswijzigingen in het Zeeuws Genootschap (1950-2017)
Feitelijk zouden wij dus thans verslag moeten doen van een adres, door een
drietal leden onder leiding van de heer P. Scherft en ondertekend door 25 perso
nen - waaronder enige niet- of gewezen leden van het Genootschap - in januari
j. l. tot het bestuur gericht, waarbij, zonder in concrete voorstellen te treden,
gewezen werd op zeker gebrek van aansluiting van het Genootschap aan de
ontwikkeling van de huidige verhoudingen in het wetenschappelijk leven. Daar
echter vlak voor deze vergadering ook van andere zijde een actie werd aange
kondigd lijkt het beter hierover thans te zwijgen: het verslag van volgend jaar zal
hiervan dan de geschiedenis kunnen verhalen.25
25 Jaarverslag over 1959/59 uitgebracht in de algemene ledenvergadering vani5 april 1959 door
de secretaris van het Genootschap Dr. W.S. Unger in: Archief Vroegere en latere mededelingen
voornamelijk in betrekking tot Zeeland Z.pl., i960.
26 Ghijsen en Westendorp Boerma hadden zich grote faam verworven op het terrein van de
Zeeuws cultuurgeschiedenis. De eerste als samensteller van het Woordenboek der Zeeuwse
dialecten; de laatste als auteur van historische schetsen van diverse Zeeuwse steden en dorpen
(b.v. Zierikzee).