brede eigen collectie de boventoon voerde. In het jaarverslag over 1979 bracht de toenmalige conservator, G.R. Heerebout de zorgelijke situatie nog prudent onder woorden: 'Hoewel het Genootschap geen dagelijks beheer meer voert over de verzamelingen, en de aanwinsten dus in bruikleen uitgegeven moeten worden is het verheugend te kunnen vaststellen dat door de leden van het Genootschap nog steeds gewerkt wordt aan 'Het opsporen, verzamelen en bewaren van al datgene, wat belangrijk kan worden geacht voor de kennis van Zeeland.30 In het beleidsplan van 1980 (dat van dezelfde opzet was als de beleidsnota van het jaar daarvoor) werd geconcludeerd, 'dat de in 1960 tot stand gekomen rege ling waarbij de zorg voor de verzamelingen uitsluitend werd overgelaten aan de bruikleennemers onjuist is geweest. Immers behoort het Genootschap zelf zorg te dragen voor de registratie van de eigendommen, terwijl ook de mogelijkhe den tot acquisitie waarover het Genootschap kan beschikken moeten worden be- nut.'31Sindsdien heeft het decennialang geduurd vooraleer alle bruikleenovereen komsten van het Genootschap met de diverse bruikleennemers definitief waren geregeld. Het is in het kader van dit caleidoscopisch overzicht van de kardinale koerswijzigingen in het beleid van het Genootschap in de loop van de periode 1950-2017 hier niet de plaats en détail op deze materie in te gaan. De cruciale vraag waarop in de diverse bruikleenovereenkomsten een antwoord moest wor den gevonden luidde: 'Wie (de bruikleengever dan wel de bruikleennemer) is ver antwoordelijk voor wat (de registratie, de conservering, de acquisitie, etc.)?' Voor een verantwoorde analyse van de verschillende antwoorden op die vraag is een afzonderlijke studie noodzakelijk. Een gezamenlijk tijdschrift (1963) Hoewel een buitenstaander de samenwerking tussen het Zeeuws Tijdschrift en het Genootschap wellicht als een voor de hand liggende optie zou zien, gelet op de convergentie van de wederzijdse belangen en de financiële toestand van beide instituties, waren er van meet af aan genoeg gevoeligheden. In de verslaggeving van de voorbereidende besprekingen komt de moeizame totstandkoming van de samenwerking duidelijk naar voren, hoewel het Genootschap samenwerking met het Zeeuws Tijdschrift op prijs stelde, omdat het als mededelingenblad zou kunnen gaan fungeren. De financiële consequenties van een collectief abonnement wer- 534 Kapitale koerswijzigingen in het Zeeuws Genootschap (1950-2017) 30 Archief, 1979, XIII. 31 Archief, 1980, XXVII.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 536