Willem van den Broeke
den echter steevast aangevoerd om de samenwerking met het Zeeuws Tijdschrift
kritisch te blijven volgen. Daar waren wel goede redenen voor. Zo bleek reeds uit
de allereerste beraadslagingen, dat het bestuur van het Genootschap moeite had
met de hoge kosten. Die werden geraamd op 4.800, dat wil zeggen: bijna de helft
van de begroting van het Genootschap! Een contributieverhoging was daardoor
onvermijdelijk. Na rijp beraad werd besloten de Algemene Ledenvergadering voor
te stellen, het door het Genootschap te betalen bedrag op de geschatte achtenveer
tighonderd gulden te handhaven op voorwaarde dat advertentieopbrengsten op dat
bedrag in mindering gebracht zouden worden.32 Het resterende exploitatietekort
(groot 4.800,00) zou door het Genootschap aangezuiverd worden tot een maxi
mum van 5,00 per lid dat een jaarabonnement op het Zeeuws Tijdschrift had.
Er was nog een gevoelig onderwerp in de samenwerking: het Genootschap
kreeg een vertegenwoordiger in de redactie van het Zeeuws Tijdschrift. Maar wat
was zijn positie en inbreng zijn? Moest de vertegenwoordiging zich beperken tot
de mededelingen van het Genootschap of werd hij beschouwd als een volwaardig
redactielid die meebesliste over artikelen en het beleid van het tijdschrift? Maar in
hoeverre was hij en daarmee de redactie dan onafhankelijk? Werd het tijdschrift
op dat moment niet alleen door het stichtingsbestuur geleid maar indirect even
eens door het genootschapsbestuur? Hoe kon een weeffout en daarmee toekom
stige problemen voorkomen worden?
Uit een in 1963 onder de leden van het Genootschap gehouden enquête bleek,
dat van de 535 respondenten er zich 456 uitspraken voor samenwerking met het
Zeeuws Tijdschrift en geen moeite hadden met de contributieverhoging van vijf
gulden per jaar. Daarmee was het probleem van de financiën naar behoren ge
regeld. De vertegenwoordiging in de redactieraad bleef echter een heikel punt.
De oplossing werd gevonden in de bepaling, dat de vertegenwoordiger van het
Genootschap alle redactievergadering van het Zeeuws Tijdschrift mocht bijwo
nen, 'mits deze zich alleen zou occuperen met de redactie van de Mededelingen
van het Zeeuws Genootschap.33 Wie trouwens de jaargangen van het tijdschrift
doorneemt, moet vaststellen dat uit de bijdragen van vele auteurs én sommige
artikelen van hun hand de band met het Genootschap zonneklaar blijkt.
535
32 ZA, KZGW, inv.nr. 51, Notulen van bestuursvergaderingen 1863-1969. Fol.287.
33 ZA, KZGW, inv.nr. 51, Fol.297.