Evaluatie van een wapenfeit
Bij het verschijnen van de eerste delen van de Zeeuwse Encyclopedie klonken
natuurlijk niet alleen lofprijzingen. Direct waren er ook kritische geluiden. In het
Zeeuws Tijdschrift was de verschijning van elk deel evenzovele aanleidingen om
kritische beschouwingen te leveren over de inhoud van de diverse bijdragen en
het ontbreken van belangrijk geachte trefwoorden.
Bij het verschijnen van het eerste deel (in 1982) wijdde P.J. Koets in het Zeeuws
Tijdschrift een uitvoerige beschouwing aan de kwaliteiten en de tekortkomingen
van het standaardwerk. Een van de punten van kritiek was naar zijn mening veel
te weinig aandacht voor de sociale geschiedenis. Daardoor bleef naar zijn me
ning de geschiedkundige analyse te zeer steken in de traditionele, politiek-militai-
re aanpak.42 In latere besprekingen (bij het verschijnen van het tweede en derde
deel) herhaalde hij die bezwaren en legde hij de nadruk op het feit dat bij het ver
schijnen van een dergelijk werk de actualiteit veel van het geschrevene reeds ach
terhaald had. Desondanks bracht hij vele genoeglijke uurtjes door met het raad
plegen van het boekwerk en vond hij het een kroon op het aangevangen werk.43
Naar aanleiding van die kritiek voelde Bert Teunis als hoofdredacteur de be
hoefte om zijn visie te geven op het voltooide standaardwerk. Daarbij gaf hij de
bezwaren ten aanzien van de actualiteit ruiterlijk toe, maar verdedigde met verve
de gekozen werkmethode. Typerend voor zijn betoog was de laatste zinsnede uit
zijn verhaal: 'En het belangrijkste: met deze boeken is een fundament gescha
pen, waarop je kunt voortborduren. Een Genootschap der Wetenschappen moet
dat kunnen. Dan horen we nog eens wat anders dan het gekanker van een prof
die men uit de Randstad heeft laten overkomen om voor een handvol mensen
te praten.'44 Deze opmerking van Teunis zit vol venijn en vertoont veel overeen
komst met het in het begin van deze verhandeling geconstateerde meningsver
schil tussen de goedwillende amateurs en de wetenschappelijk geïnteresseerde
professionals over de aard en het karakter van het Genootschap. Volgens hem
diende het Genootschap een duidelijke keuze te maken tussen een gezellige club
voor amateurs die naar mooie verhalen komen luisteren of een Genootschap dat
de wetenschap stimuleert. In de beginperiode van het Zeeuws Tijdschrift zag hij
542
Kapitale koerswijzigingen in het Zeeuws Genootschap (1950-2017)
42 PJ. Koets, Encyclopedie van Zeeland, Deel I. In: Zeeuws Tijdschriftjrg. 32, nr. 1, 201-206.
43 PJ. Koets, Uren met de Encyclopedie van Zeeland, Deel II, 1982. In: Zeeuws Tijdschrift, jrg. 33,
nr. 5, 167-174; Idem. De Kroon op een Zeeuws werk. In: Zeeuws Tijdschrift, jrg. 34, nr. 5, 224
231.
44 K. Bos, Bert Teunis 1919-1994. In: Zeeland, jrg. 4, nr. 1, Later in Walacria Deel 7, 2-22.