Willem van den Broeke
Conclusie
In deze bijdrage is een overzicht gegeven van belangrijke momenten in de ge
schiedenis van het Zeeuws Genootschap na de Tweede Wereldoorlog. Die ge
beurtenissen markeerden ingrijpende beslissingen, waarbij verschil van mening
optrad over de wijze waarop het Genootschap zich zou moeten ontwikkelen en
positioneren. Over de oorzaak van die controverses en meningsverschillen liepen
en lopen de meningen duidelijk uiteen. Deze verhandeling vormt gerede aanlei
ding om de tegenstellingen terug te voeren op het van meet af aan bestaande
verschil tussen leden en directeuren (en directrices). Dat onderscheid bleef ove
rigens - zoals uit de jaarverslaggeving blijkt - tot het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog gehandhaafd. Directeuren en directrices waren vrijgesteld van een
wetenschappelijk verantwoorde bijdrage in de vorm van een lezing of een regis
tratie van verworven bezit. Gewone leden waren als echte liefhebbers (amateurs)
juist op die terreinen actief! In kringen van het Genootschap werden de oorzaken
van de meningsverschillen over het te voeren beleid later vaak vertaald in termen
van een discrepantie tussen wat de beleidsmakers voor ogen stond en dat wat de
werkers in het veld wenselijk achtten. Uit de beschreven kwesties bleek duidelijk
dat na de Tweede Wereldoorlog in de beleidsdiscussies nieuwe aspecten versche
nen en nieuwe argumenten werden aangevoerd. In de eerste plaats herkennen we
daarbij voor het eerst het aspect van de maatschappelijke betrokkenheid van de
wetenschapsbeoefening (het wetenschappelijk engagement van wat later toege
paste wetenschappen - applied sciences - is gaan heten) die een aantal promi
nente leden van het Genootschap node miste. In de tweede plaats zien we in de
activiteiten van het Genootschap een verbreding van het aanbod van lezingen,
publicaties en tentoonstellingen met de bedoeling een groter publiek aan te trek
ken. Daardoor zou het Genootschap zich wellicht een plaats weten te verwer
ven in het op gang gekomen democratiseringsproces van de tweede helft van de
vorige eeuw. De samenwerking met het Zeeuws Tijdschrift vormt een illustratie
de wijze waarop het toenmalige bestuur van het Genootschap de beide nieuwe
uitgangspunten wenste te verwezenlijken.
De oorzaak van het uiteindelijk mislukken van de samenwerking tussen het
Genootschap en het Zeeuws Tijdschrift was wellicht een uitvloeisel van de oude
tegenstelling tussen professionals en amateurs. Daarnaast speelde mogelijk een
rol dat het Genootschap door samenstelling van bestuur en leden stellig meende
dat samenwerking met andere verenigingen en instituten niet direct nodig was.
Traditioneel werd het Zeeuws Genootschap bovendien in zijn ledenbestand niet
547