wil ook het volte spel daar niet meer ondertrekken, want anders verdiend gij een Plaats in 't huijs der gekken, Collega volgt deez' les, gij zult uw pligt voldoen, En ijndelijk krijgt gij weer uw eer en oud fatzoen. Jeremias De Raad die gij mij geeft zal ik volstrekt nooit volgen, Al moest de gantsche stad op mij staag zijn verbolgen, Daar zijn'er nog wel die 'k behage met mijn Preek, Zoo wel des zondags als des woensdags in de week, om nu van anderen op heeden maar te zwijgen, gij zult mijn Barrebier nooit op uw zijde krijgen, Hij is een man geensints diep sinnig van verstand, Maar bitter gereformeerd, en dat is regte trand, Die dom en ongeleerd een jeder zal verdoemen, Als hij sig maar niet wil na 't dortsch sijnode noemen Deeze is regt in sijn schik als ik het volte doem, van hem en sijn gelijk verwagt ik lof en roem; Jk zal steeds voortgaan met dit spel te gaan bestrijden, Al was het dat ik nog zoo veel daar voor moest lijden, Jk Preek niet voor de eerste rang, maar wel voor alle man, En ben thans ook zoo ver als ik ooit koomen kan, 'k beloof ik zal eens op aanstaande dag des Heeren, Die Paapsch schouwburg liefd' voor goed wat afgaan smeeren 'k zal die daar zijn geweest of 't uw is lief of leed, voor monsters schelden zoo dat elk een het weet, Transcriptie Jeremias f. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 565