Pieter Buskruid wat is't van daag voor dag in dien ik't niet heb mis, geloof ik waarlijk dat het heeden woensdag is, En dus een dag waar op men diend ter kerk te treeden, gij hebt gehoord mijn heer hoe nog niet lang Geleeden, Jeremias heeft gesegt hoe dat men op deez' dag, volstrekt geen volte hoe genaamd meer speelen mag, wat heeft hij doen gesmeeld, wat heeft hij afgegeeven, wat heeft hij't volte spel in 't al gemeen bekeeren, En daarom durve ik niet aan uw Rond uit gezegd, Meer speelen op die dag of ik word in Censuur gelegd, Cornelis de Hoofdman Gij zijt de regte man om daar voor bang te weezen, ik geloof dat gij voor den ban, zoo veel als ik zouw vreesen, zeg sopt gij mij mijn vriend, hoe heb ik het met uw, zeg aan Jeremias vrij, Monsieur baisez moncu, Jk Hoop dog niet mijn Heer, dat g'uw daar aan zult stooren, want deed gij dat maar eens dan was g'er mêe gebooren, Daarom zoo doed als ik, toond dat g'er niet om geeft, En dat gij voor uw zelfs, niet voor een ander leeft, Jk heb Expres van daag de Heeren laaten vraagen, om Jeremias en zijn wijf eens fris te plaagen, Dat Duivels vrouw mensch loerd af al wat 'er geschied, En haar kwaadspreekend hied spaard insgelijks niemand niet De gantsche stad verragt Jeremias bitse Preeken, Zijn Ampt genoote zelfs er niet veel goeds van spreeken, En Daarom Pieter vriend volg altijd deeze les, speelt volte dat het kraakt dan krijgen wij redres, Pieter Buskruid wel aan 'k zal dan Mijn Heer, mij bij uw laaten vinden, op voor waarde dat gij niet laat open staan de blinden,s En dat de raamptjes ook steeds blijven voor het Glas, Transcriptie Jeremias 573 f.18

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 575