zie daar mijn Heeren is een Glaasje van Couragie, Al Calefacter mogt ik ook wel trekken gagie, Cornells de Hoofdman tegens Barnaba, Ei maat let op uw spel ik toon eerst belle Bruid, En Roep Ruade als die maar niet word gestuid, Geef handjes Barna Lief, op Tafel is't Ruade, Neen Heeren 't is wel zoo 't is waarlijk geen Cacade, 't is nu aan overschie, kom Calefacter hou, 'K moet drinken al wierd ik zoo vol als een Cartou, Casper Plijtrok Mijn Heeren 'k ben al klaar, wild nu in 't ronde klinken, gij moet den Domine, van overschie niet drinken, want die is reedslang weg, maar drinkt dan doet gij wel, Jeremias den Pattroon van 't nobele volte spel, Casper Plijtrok, Cornelis de Hoofdman, Pieter Buskruid Barnaba en Willem Scriba Fiat kom aan Hoeze 'lang moet Jeremias leeven, op dat wij nog veel stof, aan hem tot Preeken geven, Pieter Buskruid tegen Willem scriba, Dat is volte Maatje Lief, en aan den Leidschem [sic] Dam, wat dunkt uw, dat men daar ook eens een glas op nam, Barnaba 'K heb S[in]t Andries, en zal niet eerder avanceeren, voor dat gij ook mijn Draaij behoorlijk zult vereeren, Willem Scriba Dat is aan Woud en Brug, en dus aan 't laatste spel, wat dit beduid, weet onse Calefacter wel; Transcriptie Jeremias 575 f. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 577