De vaststelling dat het culturele en intellectuele leven in Vlissingen gedurende
de vroegmoderne tijd is bepaald door migranten, zal geen verwondering wek
ken. Bijna iedere Vlissinger was migrant of stamde van immigranten af. De stad
kende, vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw, een groot aantal religieuze
opiniemakers als inwoner. Zij werkten vooral vanuit het strenge calvinistische
gedachtegoed. De stad was al vanaf de jaren vijftig van de zestiende eeuw een
belangrijke plaats van aankomst voor vooral Vlaamse en Waalse protestanten.
Het nieuwe geloof had daar aanvankelijk meer aanhang dan in de Noordelijke
gebieden. De Beeldenstorm was in 1566 in Vlaanderen begonnen en had daar een
spoor van vernielingen achtergelaten.44 De komst van deze groepen had een grote
invloed op Vlissingen.45 De Protestantse Kerk overheerste het maatschappelijk
leven en bepaalde zelfs de wetgeving. Dit proces werd later nog versterkt door
de invloed van de puriteinse Engelse Kerk in de jaren 1585-1616, de periode dat
Vlissingen aan Engeland toebehoorde. Ook de meer dan gemiddelde toewijding
van de protestanten aan het huis van Oranje, dat na de dood van Willem van
Oranje in de persoon van diens opvolger Maurits uit vooral politieke overwe
gingen steeds meer de kant van de contraremonstranten koos, droeg bij aan het
religieuze klimaat in de stad. In de loop van de zeventiende eeuw groeide het aan
tal protestantse kerken naar zes: de Grote kerk, de Waalse kerk, de Engelse kerk,
de Doopsgezinde kerk, de Middelkerk en de Oostkerk. Vlissingen, met nog geen
zesduizend inwoners, was daarmee rijk bedeeld. De predikanten, die bijna alle
maal Vlaamse of Waalse wortels hadden, hadden het voor het zeggen in de stad
en vormden de grootste groep aanzienlijken.46 Hun preken speelden een grote
rol in het geestelijk leven van alle lagen van de bevolking. Zij werden niet zelden
opgeschreven en zelfs gedrukt voor lokaal gebruik.47 Tegelijkertijd nam het aantal
publicaties van de kerkelijke gezagsdragers toe en sommigen bereikten daarmee
ook een publiek buiten Vlissingen. Hoewel veel schrijvers hun manuscripten pu
bliceerden bij Hollandse uitgevers, was er in Vlissingen zelf sprake van een dicht
uitgevers- en boekverkopersnetwerk. Tussen 1573 en 1795 waren er 46 bedrijven
Peter van Druenen
73
44 Rooze-Stouthamer, Hervorming, 225-226.
45 P.G. van Druenen, Het Cabinet der Godsaligheyt. De calvinisering van Vlissingen door de
Vlamingen, de Walen en de Fransen. In: Den Spiegel 31/4, 2013, 3-12.
46 Vrolikhert, Kerkhemel.
47 Ibidem. De meeste biografieën van de predikanten in dit werk bevatten, naast de publicaties
van de betreffende personen, verwijzingen naar hun preken en vaak ook dichtregels of graf
spreuken.