ten door de classis Walcheren tegen het verlichte gedachtegoed van onder meer Balthasar Bekker en Alexander Röell.7 Hij refereerde in zijn poëtische bijdrage aan de bekende metafoor van de twee boeken: Het boek van de Schrift en het boek der natuur. God laat zich 'lezen' door deze twee boeken. Het boek van de natuur is echter gebrekkig. De Bijbel is noodzakelijk om adequate kennis van God te verkrijgen. Deze metafoor van de twee boeken heeft wortels die ver teruggaan in de geschiedenis.8 De Nederlandse Geloofsbelijdenis, een van de gezaghebbende belijdenisgeschriften van de kerk, zag de Bijbel als het belangrijkste boek.9 Brahé schrijft in zijn gedicht dat de wijsheid zich vertoont in de wapenrusting van Minerva, maar dat ze haar grootste vreugde schept in de Heilige Schrift. Dit lijkt de bekende metafoor te volgen. Toch is hier niet alles mee gezegd. De or thodoxe Brahé laat verrassend genoeg in zijn gedicht in het midden of het boek der natuur op zelfstandige wijze onderzocht kan worden. En dat is een belangrijk gegeven. Er had in de loop van de tijd namelijk een verschuiving plaatsgevonden in de betekenis die men toekende aan deze metafoor. Men ging steeds meer waar de hechten aan de zelfstandige bestudering van het boek der natuur.10 Dit ging soms zover dat men vond dat bestudering van het boek der natuur nodig was om het boek van de Schrift te kunnen begrijpen. Een visie die contrair was aan de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Niet alleen 'natuurvorsers, maar ook sommige predikanten gingen nadruk leggen op kennis van het boek der natuur. Bekend werd Johannes Florentius Martinet met zijn Katechismus der Natuur: een vierde lig werk met als rode draad de boodschap dat de beschouwing van de natuur de mens tot God voert omdat de schepping het werk van God is.11 De titel van het boek van Jacobus Albertus Uilkens is ook veelzeggend: De Kennis van den Schep per uit zijne schepselen}2 Nu zal Brahé wellicht zover niet hebben willen gaan, maar binnen het Genoot schap was de Veerse predikant Josua van Iperen deze mening wel toegedaan. Hij Willem Peene 89 7 Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, IV, 46. 8 G. van den Brink, Als een schoon boec. Achtergrond, receptie en relevantie van artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Leiden, 2007. 9 Nederlandse geloofsbelijdenis art. 2, in: J.N. Bakhuizen van den Brink, De Nederlandsche belij denisgeschriften. Vergelijkende teksten. Amsterdam, 1940, 61. 10 E. Jorink, Het boeck der natuere. Nederlandse geleerden en de wonderen van Gods schepping 1575-1715. Leiden, 2006, 83-112. 11 J. Bots, Tussen Descartes en Darwin. Geloof en natuurwetenschap in de i8e eeuw in Nederland. Assen, 1972, 71. 12 R.H. Vermij, Secularisering en natuurwetenschappen in de zeventiende en achttiende eeuw. Amsterdam, 1991, 130.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 91