God moet afleggen. Op deze wijze trachtte Eschauzier de kritiek op dit Bijbelboek als zou het een materialistisch geschrift zijn te ontzenuwen. Een andere auteur van wie men vond dat hij morrelde aan het gezag van de Schrift was de hugenotenpredikant Pierre Bayle.33 Hij had zijn pijlen op koning Salomo gericht en meende dat deze koning de trekken vertoonde van een tiran nieke oosterse alleenheerser. Brahé poneert dat de Bijbel een totaal ander beeld schetst. Maar van de Bijbelse bronnen willen deïsten en 'nieuwerwetsche phi- losophen' niet weten. Het punt dat Brahé wil maken is dat deïsten evengoed hun gezaghebbende auteurs en geschriften hebben zoals Suetonius, Tacitus en Plutar- chus. Dat zijn hun orakels.34 Een zaak die de gemoederen flink bezighield was de kwestie of de ziel on sterfelijk en onstoffelijk is. De Pruisische gouverneur Jacob Friedrich von Biel- feld (1717-1770) had geopperd dat men niet zeker kon zijn of de ziel onstoffelijk en onsterfelijk was. Een gevaarlijke gedachte, volgens de Middelburgse predikant Gerard Johan Nahuys (1738-1781). Want met deze twijfel kon de deur opengezet kon worden voor verfoeide materialistische ideeën. Nahuys meende dan ook de orthodox-christelijke visie van zowel de onstoffelijkheid als de onsterfelijkheid van de ziel te moeten verdedigen.35 Er was niet alleen orthodoxe christenen, maar ook gematigd-verlichte gelovigen alles aan gelegen om vast te houden aan de onstoffelijkheid van de ziel, omdat men meende dat een afwijkende overtuiging schadelijke gevolgen had voor de ethiek. Zo had De la Mettrie, niet alleen zijn werk L'Homme machine uitgegeven waarin hij zijn materialistische ideeën had ontvouwd, maar ook nog een ander geschrift, waarin hij een ethiek had ontworpen op basis van het materialisme. In zijn Discours sur le bonheur deed hij uit de doeken hoe een dergelijke materialisti sche ethiek eruit moest zien. Omdat dit geheel strijdig was met het christendom, is het niet te verwonderen dan velen in de pen klommen. En niet alleen gelovigen, maar ook radicaal verlichten ging de visie van De la Mettrie te ver.36 In de woor den van Nahuys: Willem Peene 95 33 J.J. Brahé, Salomo's Kroonrecht verdedigd en Adonia Abjathar en Joab wegens hoog-verraad gestraft. In: Verhandelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen I. Middelburg, 1769, 154-292. 34 Brahé, Salomo's Kroonrecht, 257. 35 G.J. Nahuys, Kort vertoog over den onstoflykheid en ontsterflykheid der ziele. In: Verhandelin gen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen I. Middelburg, 1769, 510-545. 36 J. Israël, Verlichting onder vuur. Filosofie, moderniteit en emancipatie. Franeker, 2006, 909-930.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 97