Over 'Astronomisten' en 'Konstgenoten' relatief kort na elkaar academische redevoeringen afgestoken die de geleerden en ambachtslieden van eigen bodem verheerlijken. In Middelburg is het Gerard II de Wind (1730-1800), hoogleraar in de ontleed-, heel-, en verloskunde aan de Illustre School, die dit in 1778 als eerste doet met zijn Oratie over 'de uitnemende verdiensten der Zeeuwen ten opzichte van het Gemeenebest der Letteren en over de voortreffelijke verdienste der Zeeuwen in het bevorderen van geleerdheid.13 In Franeker wordt dit voorbeeld in 1809 gevolgd door de nieuw benoemde hoogle raar Cornelis Ekama (1773-1826) met zijn intrederede over 'de gelukkige aanleg der Friezen voor de wiskundige wetenschappen.14 Beiden landsdelen zijn dus dui delijk op zoek naar eigen helden, naar een eigen identiteit, die afsteekt tegen die van het invloedrijke Holland. In Zeeland was daarbij ook de theologische oriëntatie belangrijk. Wellicht meer dan elders in de Republiek bloeide hier de fysico-theologie. Dit was een stroming die benadrukte dat natuurstudie een gelovige dichter bij God kon bren gen. De naam is afgeleid van het in 1713 verschenen Engelse boek van William Derham, Physico-theology, or a demonstration of the being and attributes of God from his works of creation, in het Nederlands vertaald als God-leerende natuur kunde, of eene overtuigende betooging van Gods weezen en eigenschappen, uit de beschouwinge van de werken der scheppinge (Leiden: Isaac Severinus, 1728). Der ham was een epigoon van Isaac Newton, wiens goddelijk geïnspireerde mecha nische natuurfilosofie aan het begin van de achttiende eeuw in de Nederlandse Republiek was omhelsd als adequaat tegengif tegen de als atheïstisch beschouwde rationalistische en materialistische systemen van Descartes en - vooral - Spino za. Het newtonianisme werd daarmee de dominante wetenschapsstroming van de achttiende eeuw. Gods grootheid was overal in de schepping terug te vinden, onder andere in de natuurwetten die in de schepping waren verankerd. Zo hield Newtons gravitatie het complete heelal bij elkaar. Die goddelijke wetmatigheden kwamen prachtig tot uiting in de regelmaat van de planeetbewegingen. Een de monstratie daarvan was dus de ultieme illustratie van Gods grootheid. Juist om die reden zijn er in de achttiende eeuw veel demonstratieplanetaria vervaardigd. Derhams tweede boek, Godgeleerde starrekunde, of eene betooging van Gods we- 128 13 De Wind, Oratio inauguralis depraeclaris Zelandorum meritis in rempublicam litterariam (1778). 14 Ekama, Oratio de Frisia ingeniorum mathematicorum imprimis fertili (1809). Ekama was een geboren Fries, die echter van 1796 tot 1809 werkzaam was te Zierikzee, laatstelijk als stedelijk Lector in de mathesis, physica, astronomie, zeevaartkunde, anatomie en physiologie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 129