Huib J. Zuidervaart
Zonder dat we het nu nog kunnen traceren moet er buiten de formele instituties
toch het nodige aan natuurwetenschappelijke kennisoverdracht hebben plaats
gevonden. Immers, in de categorie eenvoudige burgers of handwerkslieden met
slechts weinig opleiding bevonden zich wel degelijk mensen die in wetenschap
geïnteresseerd waren. Deze categorie liefhebbers organiseerde dus een eigen cir
cuit, buiten de officiële genootschappen om.
Deze constatering van een intellectuele belangstelling in een lagere sociale laag
komt overeen met de bevindingen van Kloek en Mijnhardt over de leescultuur in
Middelburg rond 1800. Uit hun onderzoek bleek dat het geïnteresseerde lezers
publiek in Middelburg niet enkel bestond uit de top van de sociale piramide, maar
dat het lezerspubliek tot diep in de lagere sociale lagen reikte.18
Een informeel gezelschap van sterrenkundige liefhebbers rond 1800
Het proces van kennisoverdracht in informele circuits valt te illustreren met de
volgende casus. In het decennium vóór de eeuwwisseling van 1800 was er in Mid
delburg in kringen van de kleine burgerij een - naar het zich laat aanzien - bloei
end sterrenkundig 'Geselschap van Liefhebbers.19 Zij kwamen wekelijks bijeen
ten huize van de kruidenier Jan Bomme Servaaszoon (1743-1795). Hij was een
achterneef van de meer bekende Leendert Bomme (1727-1788), medeoprichter
en eerste secretaris van het Natuurkundig Gezelschap.20 Tot dit selecte groepje
behoorden, behalve de lakenkoopman Servaas Bomme (1767-1856), een neef van
Jan Bomme, in volgorde van ouderdom, de reeds genoemde peperkoekenbakker
Pieter Tevel Pzn (1735-1804), de glazenmaker, tekenaar en gelegenheidsdichter
Michiel Leemans (1746-1809), de koper- en blikslager Adriaan de Warem (1749
1815), de horlogemaker en planetariumbouwer Joseph van den Eeckhout (c. 1757
1808) en tenslotte de goudsmid en fysisch instrumentmaker David Reghter Jzn
(1759-1817).
131
18 Kloek Mijnhardt, Leescultuur in Middelburg (1988), 90.
19 Tweede waarnemingsboek Cornelis Tevel, fol. 343. Noord-Hollands Archief, archief Koninklijk
Nederlandsch Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten, inv. nr. 150.
Voor zijn werk als zilversmid, zie: De Bree, Cornelis Tevel, zilversmid en natuurkundige (1976).
20 De vader van Jan Bomme, de lakenkoopman Servaas Bomme Jr (1718-1767), was een volle neef
van Leendert Bomme (1727-1788). Hun gezamenlijke grootvader Leendert Bomme (1655-1721)
was de architect van het voorste deel van het in 1940 vernietigde Oostindisch Huis aan de
Rotterdamse Kaai te Middelburg.