Over 'Astronomisten' en 'Konstgenoten' met Nettis deel te nemen aan 'een Physisch Gezelschap.49 Meer weten we helaas niet, maar het heeft er alle schijn van dat Nettis na het vertrek van Stocke op enig moment diens natuurfilosofische lessen heeft overgenomen.50 Hoe dan ook, Nettis had Leendert Bomme geïnstrueerd in de natuur- en sterrenkunde met tal van instrumenten die van Nettis' 'kundigheden en vernuft' getuigden.51 Daartoe behoorde onder andere een door Nettis zelf samengesteld planetarium. En in derdaad, de veilingcatalogus van Nettis' instrumentenkabinet vermeldt een door Nettis verbeterd 'bij uitstek fraai Planetarium, op een koperen plaat, staande op een mahoniehouten voet' met een middellijn van 24 duim 62,5 cm).52 Trou wens, ook Nettis' bibliotheek was indrukwekkend.53 In zijn boekencollectie kon je werkelijk elk geschrift aantreffen dat ook maar enigszins van belang was voor de contemporaine natuurwetenschappen. Het geheel doet vermoeden dat deze man een enorme eruditie heeft bezeten. Het is verbazingwekkend dat Nettis zelf nauwelijks iets heeft gepubliceerd. Van zijn hand kennen we vrijwel alleen een beschrijving van een door hem aangepaste hemelglobe in de Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en een publicatie over micro scopisch onderzoek aan sneeuwvlokken in de Philosophical Transactions van de Engelse Royal Society.54 In elk geval blijkt uit het instrumentarium van Nettis dat hij een fervent astronomisch waarnemer moet zijn geweest. Nettis beschikte over vijf uitschuifbare verrekijkers van verschillende grootte en een spiegeltelescoop 140 49 Zeeuws Archief, familiearchief Van der Feen, inv. nr. 10: 'Aanteeckening uit zekere aanspraak aan het Natuurkundig Gezelschap door Leendert Bomme, 7 januari 1782'. Nettis woon de eerst op de 'Heere Gragt, over 't Joris-bruggetje' (1745), daarna op de 'Koorndijk' (1747), vervolgens op de Rouaanse Kaai (1750) en tenslotte op de Grote Markt (1759). 50 Dat Nettis in zijn bibliotheek zowel van Stocke als van De Munck alle geschriften bezat bewijst het nauwe contact met deze twee voorgangers. 51 Zeeuws Archief, FA van der Feen, inv. nr 10. 52 [Nettis] Catalogus eener fraaije verzameling van mathematische en andere instrumenten (1778). 53 Nettis' bibliotheek is geveild in twee delen, een bij zijn leven en het andere deel na zijn dood. Zie: [Nettis], Pars maxima bibliotheekNettisiana (1774) en BibliotheekNettisianapars reliqua (1778). Nettis' exemplaar van Vesalius' befaamde anatomische atlas De humani corporis fabrica (1543) - geveild in 1774 - bevindt zich nu in de Niedersachsische Staats- und Univer- sitatsbibliothek te Göttingen. Zie: S. Glitsch, J. Migl H. Rohlfing, Göttinger Kostbarkeiten. Handschriften, Drucke und Einbande aus zehn Jahrhunderten, Göttingen, 2006, 94. 54 Nettis, Beschrijving eener hemelglobe (1757); idem, An account of a method of observing (1757). Vergelijkbaar microscopisch onderzoek aan sneeuwvlokken was eerder gepubliceerd door Jan Engelman, de leider van een Haarlems genootschap van wetenschappelijke liefheb bers. Zie Engelman, Het regtgebruik (1747). In zijn publicatie beweerde Nettis echter dat zijn bevindingen waren gebaseerd op onderzoek uit 1740, uitgevoerd voor zijn ongeïllustreerde Leidse academische proefschrift van 1742.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 141