Huib J. Zuidervaart uit zijn woonplaats Axel, maar daarna blijft het stil.71 Fokker overleed uiteindelijk in oktober 1831. De catalogus van zijn in 1832 aldaar geveilde bibliotheek noemt een aantal kwalitatief goede waarnemingsinstrumenten van gerenommeerde in strumentmakers, zoals een 'sextant van Ramsden, een 'groot astronomisch kope ren quadrant' van Sisson, een 'heliometer, een spiegeltelescoop van Short en een nauwkeurige en kostbare repetitiecirkel van Lenoir.72 Het zijn vermoedelijk deze instrumenten geweest waarmee Fokker in 1797 zijn observatorium in de abdij had ingericht. Die toren was echter al kort na 1813 gesloopt. iv. De Kanter Ondertussen was Fokker al in 1808 vervangen als Lector Matheseos, Physices et Astronomiae aan de stedelijke Illustre School door een nieuwe kandidaat, te we ten Johan de Kanter Philzn (1762-1841).73 Met deze De Kanter zijn we aanbeland bij een nieuwe stimulator van de sterrenkunde op Walcheren. Hij was een weten schappelijke autodidact, die na een korte carrière als notaris in Zierikzee in 1799 naar Middelburg was verhuisd om daar in het Musaeum Medioburgense Lector te worden bij de beide fysische gezelschappen. Dit lectoraat was een nieuwe functie die nodig was geworden omdat de predikanten die sinds 1780 bij het Natuur kundig Gezelschap hadden gedoceerd waren overleden of met emeritaat gegaan. De laatste overgeblevene was Ds. Henricus Schortinghuis (1737-1801), van wiens hand nog een ingenieuze maanwijzer uit 1786 bewaard is gebleven.74 Waar Fokker nog een academische opleiding had genoten, was De Kanter de eerste Zeeuw die zijn als 'liefhebber' opgebouwde wetenschappelijk-cultureel kapitaal in economische zin wist te verzilveren. Dat 'verzilveren' had De Kanter handig voorbereid. Want dat hij van de exacte vakken het nodige afwist, had hij tien jaar eerder al ruimschoots geëtaleerd in een verzoekschrift aan het Zeeuw- sch Genootschap. In die brief (waarin hij brutaalweg om het lidmaatschap van het Genootschap verzocht) gaf hij hoog op van zijn eigen kundigheden en van de 145 71 Zeeuws Archief, archief Provinciaal Bestuur van Zeeland 1813-1850, inv. nr. 353 (30 augustus 1828); 354 (9 september 1828); 362 (1 januari 1829: verslag van meteorologische waarnemingen te Axel begonnen met de najaarsnachtevening en lopende tot het einde dezes jaars 1828); 386 (6 januari 1830: meteorologische waarnemingen over 1829); 413 (6 januari 1831: meteorologi sche waarnemingen over 1830). 72 [Fokker], Catalogus (1832). Fokkers heliometer is terecht gekomen bij de universiteit Utrecht. Daar is deze onder meer gebruikt bij de waarneming van de zoneclips van 1836. Zie Van Lie- burg, De Hemelvorscher (2019), 491, noot 258 en Utrechts Universiteitsmuseum, nr. UM 489 (2). 73 Middelburgsche Courant, 5 maart 1808. 74 Zeeuws Museum, inv. nr. G-2523.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 146