Huib J. Zuidervaart
was geworden. In 1842 was hij toegetreden tot het Natuurkundig Gezelschap. Na
Tielemans dood in 1843 bood hij direct aan diens lessen voor dit Gezelschap over
te nemen. Om zijn wiskundige vaardigheden te benadrukken publiceerde Janse
kort daarop een boekje over zonnewijzers.95 Bovendien volgde hij Tielemans voor
beeld door in 1844 twee eclipsberekeningen uit te geven.96 Niettemin duurde het
tot 1846 voordat Janse formeel tot Lector werd benoemd.97 Enige aarzeling had
het 'Herenfysica' kennelijk wel.98 Het geven van lessen had dan ook niet Janse's
151
in den, morgen van den 8"* Julij 1842
édCw ócéyw vow/atbi/
Berekening van de zon-eclips van 1842. Uit: Tieleman, Zon-Eclips (1842).
©eze Zon-Eclips behoort tot de merkwaardigstewelke
in den loop dezer eeuw in onze gewesten zullen te zien
zijn ik heb daarom gemeend aan dc liefhebbers welke
"zich met de waarneming derzelve willen bezig houden
geen ondienst te doen door de afbeelding dezer Eclips
algemeen verkrijgbaar te maken.
Over de Zonneschijf op het hierbij gevoegde plaatje is
eene kromme lijn getrokken in uren en van 10 tot' 10
minuten verdeeld, deze is de schijnbare weg welke de
Maan of eigenlijk het middelpunt derzelve gedurende de
Eclips doorloopt. Als men dus het schijfje doorschijnend
papier (dat de grootte der Maan met betrekking tot de
Zon verbeeldt) met deszelfs middelpunt langs die kromme
lijn of Maansweg van de regter- naar de linkerhand doet
voortschuivenzal dit schijfje een gedeelte der zonneschijf
bedekkenen dit, zal altijd de bedekking der Maan op
de Zon aan den Hemel zijnop dat tijdstip als bet mid
delpunt vau dit schijfje op den Maansweg aantoont. Legt
het middelpunt op het punt van 5 uren 6i minuut (met
Begin aangeduid) dan zullen de randen der Zon en Maan
elkander schijnen te raken in Ben hier zal dus de
Eclips op dien tijd beginnen. Het schijfje verder voort-
schuivende vindt men dat ten 5 uren 49ï het middel-
95 Janse, Berekening en constructie van zonnewijzers (1843).
96 Janse, Totale Maan-Eclipsen op den 31 Mei en 1 Junij, alsmede op den 24 en 25 November
(1844) en idem, Beschrijving der Totale Maan-Eclips op den 24 en 25 November (1844). Zie:
Middelburgsche Courant, 28 mei 1844; 2 en 21 november 1844. Een door Janse gemaakte
afbeelding van de zoneclips van 9 oktober 1847 is opgenomen in: Van Oosterzee, Over de
Eclipsen (1847), tegenover pag. LXXVI.
97 Middelburgsche Courant, 5 mei 1846.
98 Volgens Schoute vond men na het vertrek van Janse dat deze als Lector maar matig had vol
daan. Zie Schoute, Geschiedenis van het Natuurkundig Gezelschap (1923), 28