Gerhard de Kok andere Walcherse slavenhandelaren maar weinig gegevens overgeleverd zijn (on der meer door het verlies van de oude notariële archieven van zowel Vlissingen als Middelburg), biedt de combinatie van het MCC-archief met andere Zeeuwse bronnen een prima basis voor een verkenning van de winstgevendheid en het economische belang van de trans-Atlantische slavenhandel. Walcheren en de slavenhandel Het lijkt op het eerste gezicht vreemd dat Vlissingen en Middelburg zo'n pro minente positie veroverden in de achttiende-eeuwse Nederlandse slavenhandel. Amsterdam was destijds het onbetwiste centrum van de Nederlandse zeehandel, in het bijzonder de koloniale handel. De stad was in de zeventiende eeuw bo vendien Europees marktleider geweest in de trans-Atlantische slavenhandel. Om het latere Zeeuwse overwicht te verklaren is het noodzakelijk om zowel het ver anderende karakter van de Nederlandse slavenhandel als de positie van Zeeland binnen de Nederlandse Republiek te beschouwen.6 De Nederlandse slavenhandel van de zeventiende eeuw had een sterk inter-im- periaal karakter. Pas na de verovering van een deel van Brazilië op Portugal in 1630 begonnen Nederlanders op grote schaal Afrikanen als slaaf te vervoeren. De echte groei van de slavenhandel volgde echter op het verlies van Nederlands-Bra- zilië in 1654. Een groep (vooral Amsterdamse) kooplieden leverde in het derde kwart van de zeventiende eeuw volop Afrikanen als slaaf aan Engelse en Franse kolonisten op het westelijk halfrond. Ook Spaans-Amerika was een belangrijke afzetmarkt, doordat het recht om daar slaven in te voeren (het asiento) in deze pe riode direct of indirect in Nederlandse handen was.7 De slavenschepen die vanuit Nederland vertrokken waren van de West-Indische Compagnie (WIC), maar ook van particuliere kooplieden die onder contract stonden bij de WIC of die smok- kelschepen uitreedden. In het derde kwart van de zeventiende eeuw vervoerden Nederlandse slavenschepen waarschijnlijk meer mensen dan de slavenschepen die voeren onder andere Europese vlaggen. Toenemende mercantilistische maat regelen uit Londen, Parijs en Madrid luidden het einde van dit marktleiderschap 195 6 Over de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel, zie: Johannes M. Postma, The Dutch in the Atlantic Slave Trade, 1600-1815. Cambridge University Press, 1990; P.C. Emmer, De Ne derlandse slavenhandel, 1500-1850. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2003. 7 Catia Antunes and Filipa Ribeiro da Silva, Amsterdam Merchants in the Slave Trade and African Commerce, i58os-i670. In: Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 9:4 (2012), 3-30.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 196