Gerhard de Kok Financiële instellingen op Walcheren waren eveneens betrokken bij de slaven handel. Een belangrijke rol was weggelegd voor de in 1616 opgerichte Wisselbank van Middelburg.42 Die bank verstrekte bijvoorbeeld kortlopende kredieten aan slavenhandelaren. Zo leende de MCC in 1769 een bedrag van 60.000 van de Wisselbank om een slavenreis te financieren.43 Daarnaast konden slavenhandela ren bij de Wisselbank muntgeld opnemen, dat ze nodig hadden om leveranciers in de stad te betalen.44 De risicovolle slavenhandel was verder een belangrijke klant voor Walcherse verzekeraars. Gespecialiseerde makelaars brachten verzekeraars (vaak privépersonen) en slavenhandelaren bij elkaar. De meeste firma's verzeker den de volledige waarde van hun schip en de lading aan boord (inclusief de in te kopen mensen). De MCC was groot genoeg om zelf een deel van het risico te dragen. Tot de financiële crises van de jaren zeventig verzekerde die compagnie niet meer dan 40 tot 50 procent van de waarde van casco en lading. De premies voor slavenhandelsverzekeringen lagen tussen de 8 en 11 procent, hoewel ze in oorlogstijd om begrijpelijke redenen hoger lagen.45 Bij de bemanning van slavenschepen valt een interessante tegenstelling waar te nemen tussen de hogere officieren en de rest van het scheepsvolk. De kapitein en de andere hoge officieren (onder wie de eerste en tweede stuurman) werden vaak lokaal gerekruteerd. Driekwart van de MCC-kapiteins was bijvoorbeeld af komstig uit Zeeland en de meesten van hen hadden eerdere ervaring in de slaven handel als stuurman. Op Walcheren woonde een groep mannen met veel ervaring in de slavenhandel, die volgens twee slavenhandelaren 'de taal der swarten, hunne wonderlijke en bisare maniere verstaan, spreken, en weten in te volgen'.46 Zelfs Hollandse slavenhandelaren maakten geregeld gebruik van Zeeuwse officieren. Het beloningsbeleid in de slavenhandel week niet veel af van andere takken van koloniale handel. Kapiteins kregen bij de MCC 60 per maand, stuurlieden tus sen de 20 en 36.47 Daarnaast konden ze echter aanspraak maken op lucratieve bonussen, die niet zelden hoger waren dan de verdiende salarissen. 205 42 Zie voor algemene informatie over deze Wisselbank: J.G. van Dillen, Bronnen tot de geschie denis der Wisselbanken (Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam). Tweede stuk. Den Haag: Martinus Nijhoff, 1925, 991-1304. 43 NL-MdbZA, MCC 1636, journaalpost 15 november 1769 (scan 31). 44 Voor de kasboeken van de MCC, zie: NL-MdbZA, MCC 1676-1681. 45 NL-MdbZa, MCC 1696-1700, rekeningen van reëel kapitaal en assurantie. 46 NL-MdbZA, MCC 1569, brief van Guépin en Ribaut aan de heren Lambregtsen en Bosschaert, extraordinaris gedeputeerden ter Staten-Generaal, 17 juli 1750 (scan 27). 47 Jaap Bruijn, Zeegang. Zeevarend Nederland in de achttiende eeuw. Zutphen: Walburg Pers, 2016, 113.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 206