Nederlandse productiecentra van buskruit.56 In 1750 waren er vier buskruitmolens op het eiland, die allemaal beheerd werden door mensen die ook betrokken waren bij de slavenhandel. De firma Jan de Zitter Zonen nam in 1765 het initiatief voor een vijfde buskruitmolen.57 Deze molens produceerden verschillende soorten buskruit, waaronder 'cargazoenkruit' dat bestemd was voor de West-Afrikaanse markt. Dit kruit bevatte een lager salpetergehalte en was daardoor minder explo sief dan regulier buskruit. Het cargazoenkruit was daardoor beter geschikt voor de geweren die in Afrika in omloop waren.58 Slavenhandelaren waren belangrijke klanten van de Walcherse buskruitmo lens. Op MCC-schepen naar Loango-Angola was gemiddeld 7500 pond carga zoenkruit aanwezig en op schepen naar Guinea zelfs gemiddeld 17.000 pond.59 Dat zal voor schepen van andere firma's ongeveer gelijk geweest zijn. Tussen 1765 en 1775 vertrokken jaarlijks ongeveer vijftien slavenschepen vanaf Walcheren, die gezamenlijk voor minstens 60.000 aan buskruit aan boord gehad moeten hebben. Daarmee was de slavenhandelssector vrijwel zeker de belangrijkste afne mer voor de Walcherse molens in vredestijd. De Zeeuwse Admiraliteit bestelde in 1769 en 1770 bijvoorbeeld voor slechts zo'n 10.000 aan buskruit.60 Ook de VOC kocht wel buskruit in bij Walcherse molens, maar alleen voor eigen gebruik. Die Compagnie had in Azië eigen faciliteiten voor het produceren van buskruit.61 Hoewel de slavenhandel dus belangrijk was voor de buskruitproductie, was de economische betekenis van deze extra vraag beperkt. De molens boden een ar beidsplaats aan hooguit enkele tientallen arbeiders. 208 Het economische belang van de slavenhandel voor Walcheren, 1755-1780 56 E. van Wijk, Kruitmolens op Walcheren. In: De Wete 18:2 (1989), 8-18; E. van Wijk, Molens in Middelburg. Geschiedenis der plaatselijke molens in de loop der eeuwen. Alphen aan den Rijn: Repro-Holland, 1985, 129-144;. De opgraving van kruitfabriek De Eendracht in Middelburg Paul van der Heijden, Buskruit voor de wereldzeeën. Hoorn: Uniepers, 2010, 35. 57 NL-MdbZA, MCC 21, vergaderingen directeuren 23 juli 1765 en 30 juli 1765 (scan 101). 58 Brenda J. Buchanan, Meeting Standards: Bristol Powder Makers in the Eighteenth Century. In: Brenda J. Buchanan (ed), Gunpowder: The History of an International Technology. Bath Univer sity Press, 1996, 237-252. 59 NL-MdbZA, MCC scheepsboeken. 60 NL-MdbZA, Rekenkamer van Zeeland C (508) 7990 en 8000, rekening over 1769 en rekening over 1770. 61 Els M. Jacobs, Koopman in Azië. De handel van de Verenigde Oost-Indische Compagnie tijdens de i8de eeuw. Zutphen: Walburg Pers, 2000, 98; NL-HaNA, VOC 13763, Verantwoording van den ontfang uijtgaaff van d'Oostind: Compagnie ter kamer Zeeland, 't seedert den 31 meij 1769 tot 31 meij 1770, en idem, 31 meij 1770 tot den 31 meij 1771.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 209