Gerhard de Kok Vlissingen was dat zelfs zo'n 48 procent.69 Schepen op Europese routes konden meerdere malen per jaar uitgereed worden. Daar staat tegenover dat slavensche pen doorgaans groter waren, vaak drie keer zoveel bemanningsleden hadden en veel langere reizen maakten. De betekenis van de uitreding van een slavenschip voor de lokale economie was dan ook groter dan de uitreding van een schip op een Europese route. Om tot een nauwkeurigere schatting te komen van het economische belang van de slavenhandel voor Vlissingen en Middelburg is een reconstructie nodig van het inkomen dat verschillende betrokkenen ermee verdienden. De uitreding van een slavenschip vergde immers inspanningen van honderden mensen, van slagers tot timmerlieden en van buskruitmakers tot bakkers. 'Men bereekene eens hoe veel arbeidsvolk daar door aan een stuk brood is gekoomen,' schreven Walcherse slavenhandelaren in 1760 als argument voor het belang van hun han delstak.70 Voor de historicus is het 260 jaar later niet eenvoudig om die bereke ning nauwkeurig uit te voeren. Een tentatieve schatting is echter wel te maken aan de hand van verschillende overgeleverde gegevens. Dankzij ijverige koloniale klerken is vrij nauwkeurig bekend hoeveel Afrikanen door Walcherse slavenhandelaren in de koloniën als slaaf zijn verkocht.71 Door de uitgebreide gegevens in het MCC-archief is ook te reconstrueren hoeveel iedere verkochte slaaf ongeveer opleverde en waar die omzet bleef. Hoeveel van de op brengst op slavenverkopen gaven slavenhandelaren uit in de lokale economie van Walcheren? Uit gegevens over 72 MCC-slavenreizen tussen 1755 en 1780 blijkt dat de gemiddelde omzet per verkochte slaaf 357 was. Daarvan was gemiddeld 20 winst voor de slavenhandelaar en zijn investeerders. Het grootste deel van de omzet 154) ging op aan de aanschaf van cargazoengoederen, waaronder bus kruit. Andere grote kostenposten waren de uitreding 61) en lonen voor de be manning 54). Dankzij de vele bewaard gebleven bonnetjes in het MCC-archief is te schatten hoeveel van dergelijke bedragen terechtkwamen in de Walcherse economie.72 211 69 Gerhard J. de Kok, Walcherse Ketens. De trans-Atlantische slavenhandel en de economie van Walcheren, 1755-1780. Zutphen: Walburg Pers, 2020, 183. 70 Memorie over de vaart en commercie langs en op de Kusten van Africa en America ("„ANL-Ha- NA, VWIS 10 (citaat op scan 5). 71 Deze gegevens zijn vooral verzameld door Johannes M. Postma en zijn opgenomen in de TSTD. 72 Gerhard J. de Kok, Walcherse Ketens, 183-187.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 212