Gerhard de Kok
Het is waarschijnlijk dat de economieën van Vlissingen en Middelburg rond 1770
een stuk kleiner waren geweest zonder de slavenhandel. Deze handel was één
van de weinige mogelijkheden voor investeerders om kapitaal productief te in
vesteren op Walcheren. Dat blijkt onder meer uit de persoonlijke administratie
van de Middelburgse regent Daniël Radermacher.76 Slechts een klein deel van zijn
vermogen was geïnvesteerd in de lokale economie. Het ging onder meer om aan
delen in de MCC en Vlissingse slavenschepen. Daarnaast had hij geld gestoken in
ondernemingen die ook profiteerden van de slavenhandel, zoals buskruitmolens
en lijnbanen.
De trans-Atlantische slavenhandel kan alleen begrepen worden als onderdeel
van een groter economisch stelsel, dat historici vaak het Atlantisch systeem' noe
men. Dat systeem was gericht op de productie van tropische landbouwproducten
door middel van slavenarbeid. De handel in door slaven geproduceerde produc
ten was een van de meest dynamische sectoren van de Nederlandse economie
in de achttiende eeuw. Terwijl de economische groei van Nederland grotendeels
stagneerde, groeide de Atlantische handel gedurende die eeuw met zo'n 2 procent
per jaar.77
Vlissingen en Middelburg profiteerden vooral van het groeiende Atlantische
systeem door hun deelname aan de slavenhandel. De belangrijkste markten voor
suiker en koffie waren gevestigd in Holland, mede door het beperkte achterland
van Walcheren. Dat wil niet zeggen dat Walcherse kooplieden helemaal geen sui
ker en koffie verhandelden. Die producten kwamen vooral uit een kolonie die
westelijk van Suriname was gelegen: Essequibo/Demerara. Tot 1770 was dat een
'Zeeuwse' kolonie en mochten Hollandse schepen er niet komen. De plantages in
Essequibo/Demerara exporteerden in het decennium daarvoor jaarlijks tussen de
twee en vijf miljoen pond ruwe suiker naar Walcheren. Vanaf de tweede helft van
de jaren zestig begon ook de koffie-export te groeien.78 De output van Suriname
was echter vele malen groter: in dezelfde periode ging het om vijftien tot twintig
miljoen pond, die grotendeels naar Holland werd verscheept.79 Bovendien kwam
in Hollandse havensteden ook veel ruwe suiker uit Franse Caribische koloniën
213
76 NL-MdbZA, Daniël Radermacher 12, Balans Daniël Radermacher, 1 januari 1770.
77 Jan de Vries, The Dutch Atlantic Economies. In: Peter A. Coclanis (ed.), The Atlantic Econo
my During the Seventeenth and Eighteenth Centuries: Organization, Operation, Practice, and
Personnel. Columbia: University of South Carolina Press, 2005, 1-29, 19.
78 Henry Bolingbroke, A Voyage to the Demerary. Londen: Richard Phillips 1807, bijlage I, 397.
79 Johannes M. Postma, Dutch Shipping and Trade with Surinam, 1683-1795, database op:
easy.dans.knaw.nl/ui/datasets/id/easy-dataset:33971 (geraadpleegd op 5 februari 2020).