In deze bijdrage zijn in grote lijnen de effecten geschetst van het Zeeuwse leenerf- recht op de verhouding tussen de ambachtsheren en de graaf en op die tussen de ambachtsheren onderling, in de eerste helft van de veertiende eeuw, waar het gaat om het proces van ambachtssplitsing, de positie van de ridderschap binnen de adel en de invloed van de graaf bij de opvolging van overleden ambachtsheren. Alles overziend lijkt het aannemelijk dat de effecten van het leenerfrecht, in com binatie met die van de vele confiscaties na de Vlaams-Hollandse oorlog, de positie van de graaf ten opzichte van de Zeeuwse edelen hebben versterkt; dit met name nadat de Vlaamse graaf in 1323 bij de Vrede van Parijs afstand had gedaan van de leenhoogheid over Zeeland Bewesten Schelde. Voordien had dit conflict de Zeeuwse edelen steeds opnieuw de gelegenheid gegeven om de twee graven tegen elkaar uit te spelen. Niettemin bleef de graaf financieel wel voor een belangrijk deel afhankelijk van door de ambachtsheren gegunde beden. Ook de twee land- keuren van 1328 geven de indruk dat de positie van de edelen in die tijd vrij sterk was. Veelzeggend is in die keuren wat dat betreft een wijziging van het oude recht: namelijk dat voortaan binnen een vierschaarambacht de ambachtsheren zelf de ambachtsschepenen zouden mogen aanstellen. Voordien werd dat door de graaf gedaan, zij het waarschijnlijk wel op voordracht van de ambachtsheren.42 Tot zover de resultaten van een kleinschalig detailonderzoek. De mogelijkheid bestaat dat voor de periode van de tweede helft van de dertiende en de eerste helft van de veertiende eeuw meer inzicht kan worden verkregen in de onderlinge verhoudingen binnen de Zeeuwse adel en de relatie tussen de edelen en de graaf, wanneer verder onderzoek wordt gedaan naar het adellijk grondbezit en de wijze waarop het vererven van ambacht zich verhield tot dat van het grondbezit, van tiendrechten en de woningen en kastelen van edelen, alsook naar adellijk huwe- lijksbeleid en de verhouding tussen edelen en onedelen.43 Het is echter onzeker of het beschikbare bronnenmateriaal daartoe voldoende mogelijkheden biedt. Peter A. Henderikx 23 42 Burgers, Registers, nr. ZE 494, Keur van Zeeland Beoosten Schelde, art. 1; Burgers, Registers, nr. ZE 495, Keur van Zeeland Bewesten Schelde, art. 1. 43 Zie voor de verhouding tussen edelen en onedelen in Zeeland: Leupen, Zeeuwse ambachts heren en hun 'vrienden'.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 24