Hans Zuurdeeg en Fred van den Kieboom Nog ver na de Reformatie, die op het eiland Tholen in 1578 plaatsvond, vermeldt de overloper, of veldboek, (grondeigendommenregister voor de inning van wa terschapsbelasting) van Sint-Maartensdijk uit 1714 het grondbezit van de Sint-Ja- cobskapelrie.6 Na de Reformatie behoorde deze kapelrie, evenals de andere kapel- rieën, te Sint-Maartensdijk tot de geestelijke goederen van de Oranjes7, terwijl het grondbezit van het Onze Lieve Vrouwegilde, het Sacramentsgilde en 't Cruysgilde in handen kwam van de stad, die vanaf 1583 de pachtgelden van deze bezittingen in de stadsrekeningen verantwoordde. Het Sint-Jacobsgilde had blijkbaar een an dere positie. Ook in Bergen op Zoom, waar het Sint-Jacobsgilde aan het eind van de 14de eeuw is ontstaan, werden de bezittingen niet direct genaast, maar gaf Prins Mau- rits deze pas in 1602 aan het stedelijk gasthuis. De overdracht kon daar pas werke lijk plaatsvinden toen de laatste gildebroeder, die in Santiago was geweest, in 1714 was gestorven. Daarna werd nog 1o tot 15 stuivers per week aan nabestaanden betaald.8 Sint-Jacobsgilde Het is niet denkbeeldig dat Sint-Jacobsgilden zijn opgericht door teruggekeerde pelgrims. Zij kregen een bijzondere status. Aangezien hun maatschappelijke con tacten voor lange tijd waren onderbroken, hadden zij bij terugkomst materiële ondersteuning nodig en soms, bij het ontbreken van verwanten, kost en onder dak. Men sloot zich dan aan bij een Sint-Jacobsgilde dat ook een huis kon bezit ten. Daar konden ook pelgrims, op weg van of naar Compostella, een pleister plaats vinden. In Bergen op Zoom wordt de Sint-Jacobskapel voor het eerst genoemd in 1424, het Sint-Jacobsgilde in 1444 en het gasthuis in 1470.9 Beide gebouwen stonden aan de Vismarkt, het huidige Catharinaplein. Of er in Sint-Maartensdijk een relatie was tussen de Sint-Jacobskapelrie, het Sint-Jacobsgilde en het gasthuis, is door het ontbreken van de juiste archivalia niet met zekerheid na te gaan. Het blijkt ook niet uit de nog wel bestaande laat zestiende-eeuwse rekeningen van het gasthuis, dat toen een gebouw bezat in de Gasthuisstraat, de huidige Oudestraat. 31 6 GAT, Archief stad en gemeente Sint-Maartensdijk, 1577-1936, inv.nr. 215a. 7 Uit deze geestelijke goederen werden de schoolmeesters en predikanten van Sint-Maartensdijk en Scherpenisse betaald. 8 W.A. van Ham et al., De Sint Jacobskapel aan de Vismarkt, 28 9 W.A. van Ham et al., De Sint Jacobskapel aan de Vismarkt, 26.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 32