Statuten van het Sint-Jacobsgilde in Sint-Maartensdijk zijn niet bekend en daar
door weten we niet wie er in het gilde kon worden opgenomen en wat hun taak
als broeder was. In het algemeen gesteld liet dit soort gilden missen opdragen.10
Soms hield men uitdelingen van brood en kleding onder armen en gebrekkigen.
Eenmaal per jaar hielden de leden, zoals ook de ambachtsgilden, een gezamenlij
ke maaltijd, veelal op de naamdag van hun patroon. Ook verzorgden zij wel be
grafenissen van hun leden en lieten memoriemissen opdragen. Ook de leden van
het Sint-Jacobsgilde in Sint-Maartensdijk dienden vermoedelijk naar de begrafe
nis van hun medebroeders te gaan. Wanneer een broeder 'te lijcke moest gaan'
is echter pas in 1695 voor het eerst opgetekend.11 Boeten voor absentie, zoals in
rekeningen van ambachtsgilden zijn opgetekend, zijn echter in het archief van het
Sint-Jacobsgilde niet aangetroffen, wel doodschulden voor overleden gildebroe-
ders en hun echtgenoten.12 In ruil voor de doodschuld werd de begrafenis van de
gestorven gildebroeder opgeluisterd door het gilde en werden er zielenmissen
gelezen voor de afgestorven broeder. Soms werd door een gilde een doodskleed
ter beschikking gesteld voor de plechtigheid en werd er voor kaarsen gezorgd. Of
dit laatste ook in deze stad gebeurde13, kon eveneens niet worden achterhaald.
Naast de individuele zielenmissen werden er bij gilden meestal jaarlijks collectie
ve zielenmissen opgedragen. Tevens moest een inkomstgeld, een bijdrage om lid
te mogen worden, worden betaald. Uitgaven in Sint-Maartensdijk werden bestre
den uit de inkomsten uit geschonken grondeigendommen (pachtgeld). Tekorten
werden aangezuiverd door de gildebroeders.
32
Het Sint-Jacobsgilde in Sint-Maartensdijk
10 De rekeningen van het Sacramentsgilde te Tholen van 1568-1576 bevatten inkomsten aan
renten, offeranden, jaargeld van leden en doodschulden. De uitgaven betreffen onder meer
requiemmissen voor gestorven broeders en zusters, voor zang, orgelspel, beieren en andere
uitgaven voor diensten en plechtigheden. Als gevolg van de slechte economische omstandig
heden vervielen de maaltijden die men vermoedelijk zelf moest betalen.
11 GAT, Archief Sint-Jacobsgilde in Archief stad en gemeente Sint-Maartensdijk, 1577-1936, inv.
nr. 1043.
12 Een doodschuld bestond uit een bedrag dat elk lid diende te betalen, maar soms tot de dood
uitgesteld werd. In ruil voor de doodschuld werd de begrafenis van de gestorven gildebroeder
opgeluisterd door het gilde en werden er zielenmissen gelezen voor de afgestorven broeder.
Dikwijls werd een doodskleed door het gilde ter beschikking gesteld voor de plechtigheid en
werd er voor kaarsen gezorgd. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Doodschuld (geopend op 02
07-2020).
13 Volgens het digitale repertorium op de stadsrechten in Nederland, te raadplegen op de website
van de Universiteit Leiden heeft Sint-Maartensdijk tussen 24 februari en 9 juni 1485 stadsrech
ten verkregen, zie https://www.universiteitleiden.nl/binaries/content/assets/geestesweten-
schappen/institute-for-history/repertorium-stadsrechten.pdf.