Hans Zuurdeeg en Fred van den Kieboom
tember 1624 nog een hoorzitting geweest waarin enige personen voor schepenen
hadden getuigd dat de broeders eensgezind en van goede handel en wandel wa
ren. Van de kant van de magistraat van de stad werd het gilde in de volgende jaren
niet meer tegengewerkt, althans tot aan het jaar 1657.
Kerkenraad en het Sint-Jacobsgilde
Predikanten en kerkenraden ergerden zich aan het eind van de zestiende en in de
zeventiende eeuw regelmatig aan uitspattingen, zo ook in Sint-Maartensdijk. Pre
dikant Johannes Was heeft voor zijn artikel over het Sint-Jacobsgilde in 1850 nog
de kerkelijke acta van 1629-1654 kunnen inzien.41 Zo vond hij in de handelingen
van 24 juli 1632 het volgende:
Verder was nog vermeld dat in 1640 een lid der gemeente werd gedaagd voor de
kerkenraad
En in 1648 betuigt Adriaen Spierinck 'sijne groote genegentheyd tot het gebruik
des Heyligen Avondmael en sijne droefheid daerover, dat hij 't St. Jacopsgilde
49
Alsoo den kerkeraad heeft bevonden, dat eenige van de ledematen Christi oock
zich vergezelschappen in het gilde van St. Jacob, 't welck zij geacht hebben te
strijden tegen de eere Gods, als oock tegen den troost haerder conscientien,
naerdien men niet can deelachtig werden de tafel des Heeren ende tafel der
duyvelen42, soo heeft den kerkeraet goetgedacht, zulke ledemaeten de gemeynte
aen te dienen, dat sij haer sodanige vergaderynge souden onthouden, oft dat sij
andersints souden absenteren van het gebruik des H. Avondmaels des Heeren.
overdien hij hemzelven heeft begeven in St. Jacobsgilde, alwaer hij segt professie
gedaen te hebben en in bedenkinge heeft genomen, welke van beide tafelen hij
soude verlaten oft aanhangen, de tafel des Heeren Christi, ofte de tafel van St.
Jacobsgilde.
41 In 1850 was dit oudste actaboek nog aanwezig en is daarna verdwenen. In 2013 is het eerste ka
tern hiervan teruggevonden in de kerk (GAT, Archief Nederlands Hervormde kerk Sint-Maar
tensdijk, 1570-2000, inv.nr. 115)
42 Uitdrukking overgenomen uit I Korinthe. In vers 10:21 berispt apostel Paulus de Korinthische
gemeente over deelname aan heidense offermaaltijden. Hij stelt dat het niet mogelijk is om de
ene dag aan de tafel des Heeren te zitten en de andere dag met afgodendienaars aan de tafel
der afgoden.