tugthuis is gedetineerd! In 1787 - de periode van het anti-patriottisch oproer in Middelburg - ziet hij dat een vrouw 'mager en ongezond is door de troebele tijd! Wat die tijd voor hem en zijn gezin betekent, beschrijft hij niet. Bij enkele versla gen voegt hij toe dat de kinderen 'buiten egt geprocreëerd' zijn. Dat is het geval bij een kind dat levenloos ter wereld komt en de ouders 'niet bedroefd zijn, omdat het door een andere man verwekt is, 'zynde de regte ruim dertien maanden op zee! Soms is er discussie over de zwangerschapsduur, vooral als de man lange re tijd buitengaats is geweest. Het kindje wordt dan bijvoorbeeld zevenmaands genoemd terwijl het er volgens De Wind voldragen uitziet. In 1773 verlost De Wind in een herberg een vrouw met een Italiaanse achternaam en verlost hij ook de vrouw van de chirurgijn van een Zwitsers bataljon. Onder de verslagen staat soms 'gratis', 'pro deo' of 'van een onbekende hand', maar vrijwel altijd een nau welijks leesbaar bedrag met de toevoeging Lb Pond Vlaems, (6 guldens). Na een moeilijke verlossing schrijft hij: 'Arme lieden zijnde schonk ik hun voor mijn vertrek de verlossching en alle de onkosten. Aan de maatschappelijke bovenkant wordt hij soms rijkelijk beloond. Hij krijgt een snuifdoos van moderne makelij, nadat hij de langdurige en gecompliceerde verlossing van de schoondochter van excellentie Van Citters op de buitenplaats Rhijnsburg bij Oostkapelle tot een goed einde heeft gebracht. Deze bevalling is buiten Middelburg en dat is voor hem niet ongewoon. Voor meer dan de helft van de bevallingen gaat De Wind de stad uit. Meestal reist hij naar dorpen in de omgeving van Middelburg op Walcheren. Zo nodig wordt hij met een 'schuitje' overgezet. Hij verplaatst zich dan verder met 'paard en waagen' of, als de wegen daarvoor te slecht zijn, te voet. Eenmaal vertrekt hij met een 'huurrijtuig' naar 'Beekkerk', maar moet dan vanwege de onbegaanbare wegen verder te voet naar Koudekerke. Soms is het lastig om tijdig de stad uit te komen. Bijvoorbeeld wanneer hij 's nachts om vier uur wordt geroepen om af te reizen naar Nieuw en Sint Joosland. De poort gaat pas om zes uur open en hij arriveert dan om halfacht in Nieuw of St Joosland. Een aantal keren reist hij naar Noord en Zuid-Beveland. Dan is hij langer onderweg. In januari 1768 duurt de reis naar Wissenkerke op Noord-Beveland zes uur en in februari 1771 doet hij vijfeneen- half uur over de terugreis van Colijnsplaat naar huis. In de herfst van dat jaar is hij twee uur onderweg voor een verlossing in 'Koukerke bij oud-Vlissingen'. Op dezelfde dag gaat hij 's avonds op verzoek van een collega vroedmeester naar 'buy- ensdijk onder west-kapelle. Onderweg belandt hij 's nachts in Meliskerke en gaat Mely van Malenstein 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2020 | | pagina 66