Parijs met hem gecorrespondeerd. Gallandat had een bijzondere loopbaan. Hij
was afkomstig uit Zwitserland en eerst in de leer geweest bij de genoemde heel-
en vroedmeester Bruas.38 Ook studeerde hij verloskunde bij Levret in Parijs. Na
een drietal reizen als heelmeester op slavenschepen was hij vanaf 1761 een ge
respecteerd geneeskundige te Vlissingen.39 Als De Wind in 1773 zes jaar prakti
seert in Middelburg, beschrijft hij uitvoerig een bijzonder moeilijke bevalling te
'Beekkerk'.40 Hij kan de vrouw niet verlossen en dat doet Gallandat uiteindelijk.
41 Diens zoon Isaac vraagt in 1784 De Wind met spoed naar Vlissingen te komen
om te helpen bij een moeilijke verlossing. Aan het eind van zijn loopbaan wordt
De Wind een aantal keren door collega-vroedmeesters in consult geroepen bij
extreem moeilijke verlossingen. Bij de laatste twee gruwelijke verlossingen die
hij beschrijft, casus terribilis etperdifficilis, zijn zowel De Puyt, Van Solingen als
zijn zoon Boudewijn aanwezig.
Onderzoek van de barende en behandeling met medicatie en aderlaten
Na aankomst bij een barende vrouw, begint De Wind altijd met een nauwkeurig
inwendig onderzoek. Hij noemt dat 'onderslaan, 'hand aanslaande, 'examineren,
'attouchement 'of 'toucheren, Als een vrouw angstig is, stelt hij haar eerst gerust,
'een weinig getroost', schrijft hij dan. Voor het onderzoek plaatst hij de vrouw
meestal op een zogenaamd 'kort bed, dat wil zeggen: op een paar stoelen. Overi
gens prefereert hij de kraamstoel en het 'kortbed' boven ledikanten, want die zijn
onhandig en te vermoeiend voor de vroedmeester. Toch bevallen enkele notabele
Mely van Malenstein
69
38 S. Snelders, Vrijbuiters van de heelkunde, op zoek naar medische kennis in de tropen 1600-1800.
Amsterdam/Antwerpen, 2012. Gallandat maakte daarna met de Middelburgse Commercie
Compagnie (MCC) drie reizen naar de tropen. De neerslag daarvan is een handboek voor
heelmeesters op slavenschepen: D.D. Gallandat, Noodige onderrichtingen voor de slaafhande
laren. Middelburg, 1769.
39 Gallandat publiceerde een leerboek en promoveerde nog in 1775 te Harderwijk op een disser
tatie over de keizersnede. J.G. de Lint, David Henry Gallandat. In: Nederlands Tijdschrift voor
Geneeskunde, 1926, 651-661.
40 Het dorp 'Beekkerk' wordt tweemaal genoemd in het dagboek. Dit moet Biggekerke zijn, ook
gezien de route die De Wind beschrijft.
41 Het betreft de casus particularis van 13 februari 1773, ook besproken op p. 18. De Wind gaat
daar tot tweemaal toe weg. Eerst om het natuurlijke beloop van de bevalling af te wachten en
de tweede keer om andere instrumenten te halen. Zijn komst wordt de tweede maal echter
niet afgewacht en men roept de hulp in van Gallandat, die de vrouw met haken verlost. Hoe
wel De Wind tijdens zijn studietijd met Gallandat correspondeerde, was hun relatie blijkbaar
toch niet zodanig dat hij zelf de hulp van Gallandat inriep om samen deze verlossing te doen.