mende aandoeningen zoals 'zijdewee. Zo werd in de volksmond pleuritis genoemd,
een ontsteking van het borstvlies die bij longontsteking of tuberculose optreedt en
pijn veroorzaakt aan de zijkant van de borstkas. De Wind doet dat niet zelf, maar
een chirurgijn voert de aderlating uit. Tegen koorts schrijft hij ook het zeer gangbare
cortex peruvianus voor, dat kinine bevat en koortswerend werkt. Dat geeft hij ook
om de borstvoeding op gang te brengen. Hoewel er geen verschil is in zijn verlos
kundig ingrijpen bij arme of rijke vrouwen, is De Wind wel geneigd bij de notabele
vrouwen meer middelen voor te schrijven, wat ongetwijfeld verband hield met de
kosten daarvan. Een van de langste verslagen in het dagboek gaat over de bevalling
van de echtgenote van Raadsheer Van de Perre. Deze vrouw heeft door allerlei aan
doeningen al een slechte start bij haar bevalling, die ook moeizaam is en met een
tangverlossing eindigt. Daarna krijgt ze stuipen convulsiesen De Wind denkt dat
ze het niet haalt; hij is 'ten uitersten bekommerd voor haar leeven en niets anders
dan de dood verwagtede. Tot zijn verbazing herstelt ze toch. Tijdens het hele proces
wordt ze adergelaten en krijgt ze een veelheid aan middelen toegediend. Behalve
medicamenten, zoals maagtinctuur, cortex peruvianus, laxeerpillen en zweetmid
delen, worden ook uitwendige middelen gebruikt. De voeten van Mevrouw Van de
Perre-Van den Brande werden ingepakt met zuurdeeg en op haar benen kreeg ze
pleisters met Spaanse vliegen geplakt als blaartrekkend middel.
Gebruik van de verloskundige hefboom en verlostang
Rond het midden van de achttiende eeuw veranderde de verloskunde ingrijpend
door het beschikbaar komen van instrumenten die bij een stagnerende baring
effectief waren. Dankzij die instrumenten kon hulp geboden worden, als het kin
derhoofd beklemd zat in het vernauwde bekken van de moeder. De ontwikkeling
van die hulpmiddelen was een geleidelijk proces. Aanvankelijk waren er slechts
destructieve instrumenten beschikbaar, zoals de beruchte haak. Daarmee werd
het hoofd van het soms nog levende kind doorboord om het kind 'af te halen. Het
kind overleed dan uiteraard maar het doel was om tenminste de moeder te red
den. Afkeer van deze afschuwelijke instrumenten was de drijfveer om te zoeken
naar een methode om zowel moeder als kind te sparen. Vader Paulus de Wind
en Petrus Camper waren omstreeks 1750 belangrijke figuren bij deze zoektocht.
Camper doceerde in die tijd anatomie aan de universiteit van Franeker en corres
pondeerde met Paulus de Wind in Middelburg. Paulus de Wind had vijftien jaar
eerder tijdens zijn Parijse studietijd bij zijn leermeester Grégoire al de verlostang
gezien van de Vlaamse vroedmeester Jan Palfyn die toepasselijk tiretête werd ge-
Mely van Malenstein
71